veiligheidshelm of gehoorbescherming, al naargelang het soort gereedschap en het
gebruik ervan, verkleint het gevaar voor verwondingen.
▪
Vermijd het ongewenst starten. Zorg ervoor dat de schakelaar in de OFF/UIT-stand
staat vóór u het toestel op de voedingsbron aansluit. Het dragen van het
gereedschap met de vinger op de schakelaar of het aansluiten van het gereedschap
terwijl de schakelaar aan staat, kan tot ongevallen leiden.
▪
Verwijder alle afregelgereedschappen en sleutels vóór u het gereedschap inschakelt.
Afregelgereedschappen of een sleutel die in een ronddraaiend deel van het
gereedschap worden achtergelaten, kunnen verwondingen veroorzaken.
▪
Vermijd een abnormale houding. Zorg voor een stabiele voetpositie en bewaar altijd
uw evenwicht. Dit laat u toe om beter de controle over het gereedschap te behouden
in onverwachte situaties.
▪
Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of juwelen. Hou uw haar, kleren
en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Losse kleding, juwelen of
lang haar, kunnen door de bewegende delen gegrepen worden.
▪
Wanneer er toestellen voor stofafzuiging en stofopvang aangesloten kunnen worden,
moet ervoor gezorgd worden dat ze ook aangesloten zijn en goed gebruikt worden.
Het gebruik van deze toestellen verkleint de gevaren veroorzaakt door stof.
▪
Gebruik beschermende uitrusting. Draag een veiligheidsbril. Draag een
ademhalingsmasker wanneer het werken stof veroorzaakt.
4.3 Voorzichtige omgang met en gebruik van gereedschappen
▪
Gebruik geen laagvermogengereedschappen voor zwaar werk. Het passende
gereedschap zal zijn taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het gebruikt wordt in
de situaties waarvoor het werd ontworpen.
▪
Controleer het gereedschap op beschadigingen. Controleer vóór elk gebruik of de
veiligheidsvoorzieningen correct werken zoals het bedoeld is. Zorg ervoor dat de
bewegende delen correct werken en niet klemmen en dat de onderdelen niet
beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zitten en aan alle
voorwaarden moet voldaan zijn om een foutvrije werking van het gereedschap te
garanderen. Defecte schakelaars moeten onmiddellijk door een specialist vervangen
worden. Gebruik geen gereedschap waarvan de schakelaar niet aan- of uitgezet kan
worden.
▪
Koppel het gereedschap los wanneer het niet in gebruik is, vóór het uitvoeren van
herstellingen en vóór het vervangen van accessoires of uitbreidingen zoals beitels,
boren, zaagbladen of messen. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt ongewenst
starten van het gereedschap.
▪
Ongebruikte gereedschappen moeten op een droge, hoge of afgegrendelde plek
bewaard worden, buiten het bereik van kinderen. Laat niet toe dat personen die niet
vertrouwd zijn met het gereedschap of deze instructies, het gereedschap gebruiken.
Motorgereedschappen in de handen van onervaren gebruikers zijn gevaarlijk.
▪
Verzorg het gereedschap goed. Controleer of de bewegende onderdelen soepel
werken en niet klemmen en of er onderdelen beschadigd of defect zijn. Beschadigde
gereedschappen mogen niet gebruikt worden. Laat beschadigde onderdelen
herstellen vóór u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen vinden hun oorsprong in
slecht onderhouden gereedschappen.
▪
Hou snijgereedschappen scherp en proper. Goed onderhouden snijgereedschappen
met scherpe snijranden zullen minder snel klemmen en zijn makkelijker te
controleren.
Copyright © 2021 VARO
POWAIR0014
P a g i n a
| 5
NL
www.varo.com