Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
•
Controleer of de signaalkabel tussen de AMS 20 en de
HBS 20 is aangesloten.
•
Controleer of de servicekleppen (QM35 en QM36) open
zijn.
•
Controleer vóór inbedrijfstelling of het laadcircuit en het
klimaatsysteem gevuld en goed ontlucht zijn.
•
Controleer het leidingsysteem op lekkage.
•
Controleer of de AMS 20 en de HBS 20 zijn verbonden met
de elektriciteit.
VULLEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM
1.
Het verwarmingssysteem is tot op de vereiste druk ge-
vuld met water.
2.
Ontlucht het systeem met de geïnstalleerde ontluchting-
snippel en een circulatiepomp.
ONTLUCHTEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM
Zie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling en inregeling" in de instal-
latiehandleiding voor het binnendeel/de bedieningsmodule.
NIBE HBS 20
Inbedrijfstelling en inspectie
1.
AMS 20 moet een adres toegewezen krijgen als dit een
ander adres moet zijn dan 1. Zie hoofdstuk "Adressering
via cascadeschakeling".
2.
De communicatiekabel op de klemmenstrook (AA23-X4)
moet zijn aangesloten.
3. Schakel de isolatorschakelaar in.
4. Zorg ervoor dat de AMS 20 op de stroombron is aange-
sloten.
5. Start een binnendeel/bedieningsmodule. Volg de instruc-
ties voor "Opstarten en inspectie" in de installatiehand-
leiding voor het binnendeel/de bedieningsmodule.
De warmtepomp start 30 minuten nadat het buitendeel is
ingeschakeld en de communicatiekabel is aangesloten, in-
dien nodig.
Als ingeplande stille werkingnodig is, moet dit worden inge-
steld in binnen- of de regelmodule.
Voorzichtig!
Schakel AMS 20 niet in bij buitenluchttemperatu-
ren van -20°C of lager.
Voorzichtig!
Begin pas met elektrische werkzaamheden wan-
neer de stroom er al minimaal twee minuten af is
geweest.
LET OP!
De stille stand moet alleen periodiek worden inge-
pland, omdat het maximale vermogen is beperkt
tot ongeveer de nominale waarden.
Inspectie van de installatie
Volgens de geldende voorschriften moet de klimaateenheid
aan een inspectie worden onderworpen voordat deze in
gebruik wordt genomen. Deze controle mag alleen door
daartoe bevoegde personen worden uitgevoerd en dient te
worden gedocumenteerd. Gebruik de checklijst op pagina
6. Het bovenvermelde geldt voor gesloten afgiftesystemen.
Onderdelen van het systeem NIBE SPLIT HBS 20 mogen niet
worden vervangen zonder nieuwe controles uit te voeren.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
25
Advertenties
Inhoudsopgave
