Verlies aan dB meten
Zie afbeelding 3 en 4 om het verlies aan dB te meten. Ga als
volgt te werk:
Afbeelding 3. Output voor bronreferentie meten
1.
Reinig de connectors en vezeluiteinden met alcohol en
controleer op gebogen vezels. Verbind de ontvangkabel met
de FOM en de lanceerkabel met de FOS.
2.
Verbind de lanceerkabel en de ontvangkabel met een
koppelstuk (onderdeelnummer 602810 of equivalent).
3.
Steek de FOM in de DMM of GMM. Zorg dat de rode
polariteindicator zich tegenover de spanningsingang bevindt.
4.
Kies mVdc (mV gelijkstroom) op de DMM.
5.
Kies de gewenste golflengte op de FOM.
6.
Kies de gewenste golflengte op de FOS en laat stabiliseren
(20 minuten).
7.
Registreer de dBm-referentiemeting (1 dBm = 1 mVdc) in het
uitleesvenster van de DMM (of activeer de referentiefunctie
indien de DMM over deze functie beschikt).
De referentiemeting in het uitleesvenster moet de
gespecificeerde output voor de optische bron
benaderen (ongeveer -20 dBm in multimodevezel).
8.
Als u klaar bent, maakt u de lanceerkabel en de
ontvangkabel los van het koppelstuk.
Om het verlies aan dB nauwkeurig te meten, mag u de
aansluitingen op de FOM en FOS niet storen na het
meten van de output van de bron.
4
mV
3
Ontvangkabel
Opmerking
Opmerking
5
1
2
6
Lanceer-
kabel
dh3f.eps