Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

max vitaal RPJ R-2 Handleiding pagina 20

Inhoudsopgave

Advertenties

RPJ R-2
Hier zijn enkele suggesties voor het oplossen van problemen die u mogelijk met uw scooter
heeft. Er is een zelfdiagnose-waarschuwingslampje op het bedieningspaneel. Als u het
zelfdiagnosewaarschuwingslampje wilt controleren, schakelt u het contact in en telt u het
aantal knipperingen op het waarschuwingslampje.
SCOOTER BEWEEGT NIET WANNEER DE SLEUTEL IS INGESCHAKELD
Controlepunt
Controleer of de stroom is uitgeschakeld
Controleer of de N-D-hendel zich in de neutrale
positie bevindt
Controleer of de batterij voldoende is.
(Batterijmeter is minder dan 25%)
Controleer of de laadstekker van de oplader nog
steeds is aangesloten aan de scootmobiel.
FOUT CODE
Flits
Melding
1
Batterij bijna leeg
2
Lage batterijfout
3
Hoge batterijfout
Time-out
4
huidige
limiet
5
Parkeer rem fout
6
Gashendel
OONAPU
Gas regelaar fout
7
8
Spanning fout
Oplossing
Schakel de stroom in.
Schakel over naar de D-positie (drive). Schakel de
stroom uit en weer in.
Laad de batterij op en test opnieuw.
Koppel de laadstekker van de oplader los.
De batterijen raken bijna leeg.
‧ Laad de batterijen op
De batterijen zijn leeg.
‧Laad de batterijen op.
De accuspanning is te hoog. Dit kan gebeuren als u overladen bent en / of
een lange helling afdaalt.
‧Als u een helling afdaalt, verlaag dan uw snelheid om de hoeveelheid te
minimaliseren van regeneratief opladen.
‧Controleer de batterij en de bijbehorende aansluitingen en bedrading.
De motor heeft te lang zijn maximale stroomwaarde overschreden. Dit kan
te wijten zijn aan een defecte motor.
‧Controleer de motor en bijbehorende aansluitingen en bedrading.
‧Schakel de controller uit, laat een paar minuten staan en weer
inschakelen.
Of er is een parkeerremschakelaar actief of de parkeerrem is defect.
‧Controleer de parkeerrem en bijbehorende aansluitingen en bedrading.
‧Zorg ervoor dat alle bijbehorende schakelaars in de juiste positie staan.
De gashendel is uit neutraal bij het inschakelen van het contact.
‧Zorg ervoor dat de gashendel in neutraal staat wanneer u het contact
inschakelt.
‧De gashendel moet mogelijk opnieuw worden gekalibreerd.
De gashendel, snelheidslimiet regelaar of de bijbehorende bedrading
kunnen defect zijn.
‧Controleer de gas- en snelheids regelaar en de bijbehorende aansluitingen
en bedrading.
De motor of de bijbehorende bedrading is defect.
‧Controleer de motor en bijbehorende aansluitingen en bedrading.
16
Eerste
controlepunten
Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave