Blue Smart IP22 Charger
De optimale laadspanning van een loodzuuraccu varieert omgekeerd evenredig met de accutemperatuur; de nominale
laadspanning wordt voor 25 °C gegeven; met de automatische temperatuur-gebaseerde laadspanningscompensatie is het niet
meer nodig om de instelling voor laadspanning handmatig aan te passen aan warme of koude omgevingen.
Voor lithium-accu's is de optimale laadspanningen bij alle normale gebruikstemperaturen gelijk, maar ze kunnen permanente
schade oplopen door opladen bij sterke kou; hier worden de gegevens van Temperatuursensor gebruikt om het laden
automatisch uit te schakelen als het te koud is (normaliter <5 °C).
4.4.3. Stroomdetectie
Stroomdetectiegebruikt accustroomgegevens die worden gemeten door de accumonitor shunt (vereist een BMV of SmartShunt)
en geeft deze door aan de lader. De lader verwijst dan naar deze stroomgegevens (in tegenstelling tot de uitgangsstroom van de
lader) voor het instellen van de staartstroom.
De instelling voor de staartstroom verwijst naar het niveau van de laadstroom (typisch voor het einde van de volledige laadcyclus)
ten opzichte van de activeringsdrempel om te bepalen als de accu volledig is opgeladen, dus het punt waarop de absorptiefase
gestopt kan worden (voordat de tijdslimiet voor de absorptiefase bereikt is). Het gebruikt van de staartstroom om de absorptiefase
te stoppen is een zeer effectieve en veelgebruikte manier om loodzuuraccu's op te laden.
Om de absorptiefase te stoppen op het goede punt is het belangrijk de werkelijke laadstroom naar de accu te relateren aan de
staartstroomgrenswaarde, en niet de uitgangsstroom van de acculader, want die kan aanzienlijk hoger zijn; als de accu belast
wordt tijdens het laden zal een deel van de uitgangsstroom van de acculader direct naar die belasting gaan en niet naar de accu
zelf, en dan is het moeilijk of onmogelijk om de voorwaarde voor de staartstroom te vervullen zonder Stroom Sensor.
4.4.4. Gesynchroniseerd opladen
Gesynchroniseerd opladen maakt het mogelijk om meerdere compatibele laders samen aan een VE.Smart Network te hangen,
zodat ze samen fungeren als één grote acculader.
De lader zullen hun laadalgoritme onderling synchroniseren, zonder dat daar verdere hardware noch fysieke aansluitingen voor
nodig zijn; ze zullen hun laadtoestand gelijktijdig wisselen.
Gesynchroniseerd opladen werkt door systematisch prioriteit toe te wijzen aan alle acculaders, en één lader als "Master" aan te
wijzen. Deze "Master" regelt vervolgens de laadtoestand van de andere laders, de "Slaven". Wordt de oorspronkelijke "Master"
losgekoppeld van het VE.Smart netwek, ongeacht de reden (b.v. omdat het buiten het bereik van de Bluetooth raakt), dan zal
een andere acculader systematisch de rol van "Master" toegewezen krijgen, en het regelen overnemen. Dit kan teruggedraaid
worden als de communicatie met de initiële "Master" (die een hogere prioriteit heeft) wordt hersteld. Het is niet mogelijk om de
"Master"-acculader handmatig te selecteren.
Gesynchroniseerd laden regelt of vereffent de stroomuitgang van meerdere laders niet, elke lader heeft nog steeds de volledige
controle over zijn eigen stroomuitgang. Daardoor is variatie in de stroomuitgang tussen meerdere laders normaal (voornamelijk
afhankelijk van de kabelweerstand en de laadomstandigheden) en kan er geen totale limiet voor de systeemstroomuitgang
worden ingesteld.
Gesynchroniseerd opladen kan worden ingesteld met verschillende modellen acculaders, mits ze VE.Smart Networking-
compatibel zijn (dit omvat de compatibele Blue Smart IP22 laders, Smart IP43 laders en SmartSolar MPPT PV-laders). Laden
vanuit PV-laders heeft geen prioriteit boven de acculaders via het electriciteitsnet, dus in sommige installaties (afhankelijk van
kabelweerstand en laadomstandigheden) is het mogelijk dat PV-energie niet volledig benut wordt.
Synchroon laden is ook te gebruiken samen met een accubewaker (BMV, SmartShunt, Smart Battery Sense of VE.Bus Smart
Dongle) die gegevens levert over spanning, temperatuur en/of stroomdetectie aan de laders binnen een algemeen VE.Smart
Netwerk; raadpleeg de rubriek 'Werking > VE.Smart Networking > spanningdetectie/temperatuurdetectie/stroomdetectie' voor
meer informatie.
Is er geen accumonitor aanwezig die actuele gegevens levert over de stroom (hier is een BMV or SmartShunt voor nodig), dan
wordt de laadstroom van de afzonderlijke laders gecombineerd door de "Master"-lader en gerelateerd aan de instelling voor de
staartstroom.
Pagina 14
Bediening