DSCOM-R
Fig. 3 Vereisten voor montage
ATTENTIE
ATTENTIE
ATTENTIE
MIW-DSCOM-R-NL-000 - 04 / 05 / 20
MULTIFUNCTIONELE
KANAALSENSOR
Fig. 2 Montagepositie
Correct
LUCHTSTROOM
2.
Volg deze stappen:
2.1
Boor een gat van Ø 13 mm in het kanaal.
2.2
Fixer de soepele flens (Fig. 4) aan de buitenzijde van het kanaal met de
zelfborende schroeven, die met het toestel zijn meegeleverd. Als u niet van
plan bent de flens te gebruiken, brengt u de sonde in het kanaal en bevestigt
u de behuizing op het kanaal. Let op de richting van de luchtstroom (zie
Fig. 2 en Fig. 3).
Algemene eisen
Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd in turbulente
luchtzones.
Zorg voor voldoende lange 'settling zones' stroomopwaarts en
stroomafwaarts van het aftappunt. Een 'settling zone' bestaat uit een recht
stuk buis of buis zonder obstakels. Vermijd installatie in de buurt van filters,
koelspiralen, ventilatoren, enz. De sensor bereikt het optimale resultaat
wanneer de meting ten minste 7,5 ductdiameters stroomafwaarts en ten minste
3 ductdiameters stroomopwaarts van bochten of obstakels wordt uitgevoerd.
Het installeren van dit toestel dicht bij een hoog EMI-uitstralend toestel kan tot
foute meetwaardes leiden. Gebruik afgeschermde bekabeling binnen hoog EMI
gebieden.
Houd een minimale 15 cm (5,9'') afstand tussen 230 VAC voedingslijnen en de
bekabeling van dit type toestel.
2.3
Installeer de sonde op de gewenste diepte en; als u de flens gebruikt,
bevestigt u deze via de witte plastic schroef aan de sonde.
2.4
Schroef het deksel van het apparaat los en steek de verbindingskabels door
de kabelwartel van het apparaat.
2.5
Krimp de RJ45-kabel en steek deze in de aansluiting, zie Fig. 4 en paragraaf
"Bedrading en verbindingen".
www.sentera.eu
terug naar inhoudstafel
Niet correct
LUCHTSTROOM
7,5*D
D = Kanaaldiameter
(1)
3,5*D
(1)
7 - 9