06
5. GEBRUIK
1) Gebruik van de power station
a. Druk op de aan/-uitschakelaar (13) om de power station in te schakelen. Het ledlampje (14) gaat branden.
b. Druk op de toets AC ON/OFF (15) om de wisselstroomvoorziening in te schakelen. Op het display wordt AC ON
(7) weergegeven.
c. Sluit minimaal 3 seconden nadat de wisselstroomvoorziening is ingeschakeld één uiteinde van de kabel aan op
de AC-aansluiting (10) en het andere uiteinde ervan op het elektrische apparaat.
d. Druk nogmaals op de toets AC ON/OFF (15) om de stroomvoorziening uit te schakelen als u deze niet meer
nodig hebt. Op het display wordt AC OFF (7) weergegeven.
e. Druk op de toets DC ON/OFF (12) om de gelijkstroomvoorziening in te schakelen. Op het display wordt DC ON
(1) weergegeven.
f.
Sluit één uiteinde van de kabel aan op een DC-aansluiting (een van de USB Type A-aansluitingen (9), de USB
Type C-aansluiting (8), de ronde DC-aansluiting (17) of de aanstekeraansluiting (18)) en sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op uw mobiele telefoon, laptop, drone of een ander elektronisch apparaat.
g. Druk nogmaals op de toets DC ON/OFF (12) om de stroomvoorziening uit te schakelen als u deze niet meer
nodig hebt. Op het display wordt DC OFF (1) weergegeven.
Hoe weet ik of mijn elektronische apparaat werkt op de power station?
Bepaal eerst hoeveel stroom uw elektronische apparaat nodig heeft. Deze informatie kunt u vinden in bijvoorbeeld de
gebruikershandleiding van uw elektronische apparaat.
Vervolgens moet u de capaciteit van de verschillende aansluitingen van de power station checken. Zo wordt de AC-
aansluiting van de LP500 bewaakt door een omvormer die voor een continuvermogen van 750 W zorgt. Dit betekent dat
als uw apparaat langere tijd meer dan 750 W verbruikt, de draagbare power station zal worden uitgeschakeld.
NB:
1. Als de laadtoestand van het batterijpakket van de power station is gedaald tot onder de 1%, levert de power station
zowel geen wisselstroom als gelijkstroom meer. Schakel dan de power station uit om te voorkomen dat het
batterijpakket door een te lage laadtoestand beschadigd raakt.
2. Wanneer de laadtoestand van het batterijpakket 10% of lager wordt, gaat het symbool van de laadtoestand rood in
plaats van groen branden.
3. Wanneer de laadtoestand van het batterijpakket 5% of lager wordt, gaat het symbool van de laadtoestand rood
knipperen.
4. Wanneer u de power station langere tijd niet gaat gebruiken, laad deze dan eerst volledig op (en laad de power
station vervolgens elke 6 maanden volledig op wanneer u deze lange tijd niet gebruikt).