– Vermijd oververhitting, door
de luchtbevochtiger niet te
dicht bij een wand of onder
een hangkast o.i.d. te zetten.
Door de vrijkomende nevel
kunnen meubels worden
beschadigd.
– Dek de luchtbevochtiger niet
af als deze aan is.
– Zet de luchtbevochtiger nooit
op of in de buurt van hete
oppervlakken (bijvoorbeeld
kookplaten enz.).
– Zet de luchtbevochtiger
nooit op of in de buurt van
elektrische apparaten.
– Breng het snoer niet in
contact met hete onderdelen.
– Stel de luchtbevochtiger nooit
bloot aan hoge temperaturen
(verwarming enz.) of
weersinvloeden (regen enz.)
– Stel de luchtbevochtiger niet
bloot aan directe zonnestralen
of heteluchtcirculatie.
– Gebruik de luchtbevochtiger
alleen bij een
omgevingstemperatuur
tussen de 10 en 45 °C.
– Ingeval het water in de
watertank bevroren is, moet u
wachten tot het gesmolten is.
– Doe nooit water rechtstreeks
in het stoomuitlaatkanaal.
8
– Doe nooit water met een
temperatuur van boven de
40 °C in de watertank, om
verkleuring of vervorming te
voorkomen.
– Doe alleen water in de
watertank en nooit in
andere onderdelen van de
luchtbevochtiger.
– Doe nooit water in de
opening van de dampuitlaat
of in het dampuitlaatkanaal
van de luchtbevochtiger.
Veeg natte plekken op de
luchtbevochtiger met een
droge doek weg.
– Leeg de watertank indien de
kamertemperatuur onder de
0 °C is, aangezien bevroren
water de luchtbevochtiger kan
beschadigen.
– Doe geen metaal, chemicaliën
of schoonmaakmiddel in
de watertank, aangezien de
verdamping dan niet goed
werkt.
– Verwijder nooit restwater
uit het stoomuitlaatkanaal
als de luchtbevochtiger is
ingeschakeld. De sensor gaat
daardoor kapot.
– Indien er veel water in de
watertank is, dient u de
luchtbevochtiger niet te veel
te bewegen, aangezien er
dan water uit kan lopen en
in andere onderdelen van de
luchtbevochtiger kan komen.
– Doe de luchtbevochtiger
nooit in de vaatwasser.
De luchtbevochtiger gaat
daardoor kapot.
– Gebruik de luchtbevochtiger
niet meer als de kunststof
componenten van de
luchtbevochtiger scheuren of
barsten bevatten of vervormd
zijn. Vervang beschadigde
componenten alleen
door geschikte originele
reserveonderdelen.
9