Gebruiksaanwijzing
2.2 Starten, bedienen en stoppen
- vervolg
Voordat u de motor kunt starten, moet u aan de
volgende voorwaarden voldoen
A) Controleer of bedieningshendels A, B, C en D in de
stand "0" staan (d.w.z. in de middelste positie). Als
hendel D is geactiveerd, is het niet mogelijk om de
Park Ranger te starten (Foto 1+2)
B) Controleer of de sleephendel in de "gesloten"
positie staat. (Foto 3)
C) Controleer of u (de bestuurder) achter het
stuur zit. De bestuurdersstoel is uitgerust met
een mechanische schakelaar die moet worden
geactiveerd om de machine te kunnen starten. Als
de bestuurder de stoel verlaat, stopt de Park Ranger
Waarschuwing
Als de handrem is aangetrokken, kan
de machine worden gestart zonder dat
iemand op de bestuurdersstoel zit.
D) Druk het rempedaal (1) in de laagste stand en
schuif de parkeerrem (2) naar achteren. (Foto 4)
E) Trek de gashendel (3) ongeveer 1/4 slag aan.
F) Steek de sleutel in het slot en draai hem (4)
rechtsom totdat het controlelampje van de
voorverwarmer (5) gaat branden samen met de
andere controlelampjes. Als het controlelampje van
de voorverwarmer dooft, draait u de sleutel verder
rechtsom om de Park Ranger 2150 te starten.
G) Laat het rempedaal (1) in de hoogste stand los.
H) U kunt nu het rijpedaal (6) activeren.
Vooruitrijden:
Druk het pedaal vooruit.
Achteruit:
Druk het pedaal achteruit.
Stop:
Neutrale stand.
36
2
A B C
1
1
Hendels A, B, C
D
2
Hendel D. Middelste positie
3
1 3
Sleephendel in gesloten stand
3
2
1
5
4
Bedieningselementen
Gebruiksaanwijzing Park Ranger 2150
1
4
6