11. Foutenweergave en oplossing
Storing / foutmelding
Installatie reageert niet.
Deur gaat bij bediening van de knop OPEN naar de
eindpositie DICHT.
Deur gaat bij bediening van de knop DICHT naar de
eindpositie OPEN.
Laadbrug gaat niet omhoog bij bediening van de
knop Optillen, hoewel het hydraulisch aggregaat
draait.
AUTOMATISCH
STOP
AUTOMATISCH
STOPKETEN
ERROR
EINDPOS. (ENC)
ERROR
EINDPOS. (MES)
ERROR
LOOPTIJD
ERROR
LO. TIJD
ERROR
ONDERLOOPB.
ERROR
SKS-TEST
ERROR
DW-TEST
ERROR
DR.-VELD
ERROR
RS 485-ENC
AUTOMATISCH
TOETS FOUT
AUTOMATISCH LIP IN
SCHLAFFSEIL
Nadat de oorzaak van de storing is verholpen, moet de besturing een keer spanningsvrij worden geschakeld!
Oorzaak
– Geen spanning aanwezig.
– Draaiveld is verkeerd.
– Draaiveld is verkeerd.
– Knop STOP van de deur is ingedrukt.
– Stopketen op klemmen 41-42 (noodstop) of op
klemmen 43 – 44 (veiligheidscircuit aandrijving)
is onderbroken.
– De deur staat buiten de eindposities.
– De eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
– De deur staat buiten de eindposities.
– Beide bedrijfseindschakelaars zijn open.
– De geprogrammeerde looptijd is overschreden.
– De geprogrammeerde looptijd (30 sec.) van de
laadhelling is overschreden
– Onderloopbeveiliging foutief.
– De DW-schakelaar wordt in de eindpositie DICHT
niet geactiveerd.
– De DW-schakelaar wordt in de eindpositie DICHT
niet geactiveerd.
– Op de klem DEUR is een verkeerd draaiveld
aanwezig.
– Communicatiefout tussen eindschakelaar en
besturing.
– Bij de start van de installatie was een toets
ingedrukt.
– Positieschakelaar LIP IN defect.
– Slappekabelschakelaars deur zijn geactiveerd.
Vrije ingang 31 of 32.
Oplossing
– Voedingsspanning van aandrijving en besturing
controleren.
– Draaiveld controleren en indien nodig rechts-
draaiend veld tot stand brengen (2 fasen bij de
deuraansluiting verwisselen).
– Draaiveld controleren en indien nodig rechts-
draaiend veld tot stand brengen (2 fasen bij de
deuraansluiting verwisselen).
– Knop losmaken.
– Fout opsporen en onderbreking verhelpen.
– Programmering van de eindposities controleren
en indien nodig opnieuw instellen.
– Instelling van de eindposities controleren en
indien nodig opnieuw instellen.
– Loopbeweging van de deur controleren.
– Looptijd opnieuw programmeren.
– Knoppen en positieschakelaars controleren.
– Onderloopbeveiliging en spiraalkabel
controleren.
– Onderloopbeveiliging is geactiveerd.
– Hindernis uit baan van de deur verwijderen.
– Schakelstrip, spiraalkabel en profiel controleren.
– Printplaat vervangen.
– DW-schakelaar, spiraalkabel en profiel
controleren.
– Instelling van de eindpositie DICHT controleren.
– Controleren of er een rechtsdraaiend veld
aanwezig is.
– Kabel- en steekverbindingen controleren.
– Knop controleren.
– Schakelaar controleren.
– Schakelaar controleren.
Deurbesturing RS 400 / Rev.B 0.0 – 29