10. STORINGEN
Probleem geval 1
Het vuur brandt met een zwakke, oranjekleurige vlam. De pellets
hopen zich op en het venster vervuilt sterk.
Oorza(a)k(en)
Te weinig toevoer van verbrandingslucht.
Q
Slechte of onvoldoende onderdruk in het rookgasafvoerkanaal.
Q
Kachel is sterk vervuild.
Q
Een dichting sluit niet voldoende af.
Q
Mogelijke oplossingen
De vuurkorf van uw vuurhaard kan verstopt raken door assen die
Q
samenkoeken. Deze verhinderen de toevoeropeningen onderaan
uw vuurkorf (zie REINIGING en ONDERHOUD).
Kies voor een betere pelletkwaliteit.
Q
Controleer uw rookgasafvoerkanaal op zijn vrije doorgang.
Q
Een ophoping van assen kan een blokkage vormen in uw
rookgasafvoerkanaal (zie REINIGING en ONDERHOUD).
Controleer het luchttoevoerkanaal op zijn vrije doorgang. Aan
Q
de luchtinlaat, in het kanaal zelf of op de kachel kan zich een
blokkage voordoen door externe factoren.
Controleer de deurdichting en de reinigingsopeningen op hun
Q
dichtheid. Deze moeten voldoende afsluiten zodat langs daar
geen lucht in de kachel wordt aangezogen (zie REINIGING en
ONDERHOUD).
Reinig de rookgasventilator (zie REINIGING en ONDERHOUD).
Q
Laat een service uitvoeren door een geschoolde vakman.
Q
OORZAKEN OPLOSSINGEN
Probleem geval 2
Kachel geeft een sterke, storende geur af in de opgestelde ruimte.
Oorza(a)k(en)
De eerste weken geeft de kachel een sterke geur af, dit is de lak
Q
die uitdroogt tijdens het stoken.
Kachel is sterk vervuild.
Q
Mogelijke oplossingen
Uw ruimte voldoende verluchten indien de geur ontstaat tijdens
Q
de inbedrijfname.
Reinig regelmatig de convectieopeningen met een stofzuiger
Q
zodat zich daar geen stof verzamelt.
Probleem geval 3
Tijdens het bijvullen en de startfase komen er veel rookgassen in de
ruimte terecht.
Oorza(a)k(en) pelletmodule/houtmodule
De onderdruk in de schoorsteen is veel te klein.
Q
De rookgasaansluitingen zijn onvoldoende afgedicht.
Q
Mogelijke oplossingen
Controleer de onderdruk van uw rookgasafvoerkanaal.
Q
Controleer alle verbindingen van uw rookgasafvoerkanaal en
Q
dicht ze eventueel opnieuw.
Aanwijzing
Controle van de sturing en de bekabeling mag enkel gebeuren als
het toestel niet meer op spanning is aangesloten. Deze controle
mag enkel uitgevoerd worden door een erkend geschoolde
vakman.
Tip
Bij het kwiteren van een foutmelding moet eerst de werkelijke
oorzaak van de foutmelding achterhaald worden. Pas dan mag
een kwitering uitgevoerd worden op het touchdisplay om de kachel
opnieuw op te starten.
|19
18