Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidsinstructies
Algemene veiligheid
Lees de documenten zorgvuldig door voordat u het product installeert, bedient of onderhoudt.
1.
De documenten kunnen vanwege productaanpassingen of andere redenen worden gewijzigd.
Plaats geen zware voorwerpen op de apparatuur.
2.
Zorg dat alle kabels en stekkers intact en droog zijn voordat u ze aansluit; zo voorkomt u
3.
elektrische schokken.
Gebruik geïsoleerd gereedschap of draag persoonlijke beschermingsmiddelen wanneer u het
4.
product installeert of bedient.
Installeer en gebruik de apparatuur niet bij extreme weersomstandigheden, zoals onweer,
5.
sneeuw, hevige regen, sterke wind enz.
U mag waarschuwingsetiketten op de apparatuur niet beschadigen, vuil maken of afscheuren.
6.
U mag niet op de apparatuur slaan en staan, er niet aan trekken of mee slepen, er niet in
7.
knijpen en niet in het vuur gooien, want dat kan een explosie veroorzaken.
Ruim na de installatie alle restanten, zoals dozen, afgeknipte kabelbinders en afgescheurde
8.
isolatiematerialen op.
Wijzig of repareer de apparatuur niet, neem zo nodig contact op met onze klantenservice of
9.
gekwalificeerd personeel.
Gebruik gereedschappen en apparatuur op de juiste manier om te voorkomen dat mensen
10.
gewond raken of de apparatuur beschadigd raakt.
Zorg dat u de onderdelen en werking van op het stroomnet aangesloten zonne-energiesystemen
11.
begrijpt en volg de lokale regelgeving en normen op. Zorg dat de spanning en frequentie bij het
aansluitpunt overeenkomen met de eisen voor de netaansluiting van de micro-omvormer. Zorg
dat alle elektrische aansluitingen voldoen aan de lokale elektrische normen.
Draai schroeven tijdens de installatie aan met het voorgeschreven aandraaimoment (M5*12:
12.
30 Kgf*cm; ST5*12: 45 Kgf*cm; M6*20: 90 Kgf*cm).
Als u alleen zonnepanelen en de batterij op de micro-omvormer aansluit zonder de stekker in
13.
het stopcontact te steken, moet de micro-omvormer geaard zijn.
We raden nadrukkelijk aan om een overstroomonderbreker tussen de apparatuur en het
14.
stroomnet te plaatsen.
De apparatuur kan in bedrijf heter dan 70 °C worden; raak haar niet aan voordat ze is
15.
afgekoeld. Houd ook kinderen en huisdieren buiten het bereik van het apparaat.
U moet op de installatielocatie makkelijk bij de stekkers kunnen om ze te kunnen ontkoppelen.
16.
Voordat u de AC- (of accu-)stekker van de micro-omvormer loskoppelt, moet u de kabel aan
17.
het andere uiteinde (de wandcontactdoos of de accu) loskoppelen.
Zorg ervoor dat het energiestation gedurende het hele verbindingsproces is uitgeschakeld.
18.
U kunt alleen zonnepanelen aansluiten op de PV-poort en alleen een draagbaar EcoFlow
19.
energiestation aansluiten op de accupoort.
Omgevingseisen
Zorg dat de apparatuur op een goed geventileerde plek wordt geïnstalleerd, bediend en
1.
bewaard.
1
Advertenties
Inhoudsopgave
