Handleiding Serie 4000-VALVE
3.
LASINSTRUCTIE EN INSTALLEREN VAN DE TRANSMITTER
Om een nauwkeurige werking van de Serie 4000-VALVE te garanderen, moeten de instructies op de
deze pagina zeer nauwkeurig worden opgevolgd.
Waarschuwing:
Onjuiste installatie kan leiden tot las vervormingen.
A.
Montage lasnippel (figuur 1):
1.
Verwijder de lasnippel (19) van de kogelafsluiter
door de 4 bouten los te draaien(18).
2.
Maak een gat in de wand van de tank of de
leiding ter grootte van de lasnippel, zodat deze
daar precies in past.
3.
Maak een schuine kant op de rand van het gat
voor de goede hechting van het vulmateriaal.
4.
Plaats de lasnippel in het gat van de tank c.q.
leiding en hecht deze vast op minimaal 6
plaatsen. Las in de volgorde zoals is aangegeven
in figuur 1.
WAARSCHUWING
Las nooit de gehele omtrek in één keer af.
Te veel warmte zal de lasnippel (19) vervormen.
Las in gedeeltes, zoals afgebeeld in figuur 1.
Laten afkoelen na elke las. Gebruik een lasdoorn (22)
om vervorming van de lasnippel tegen te gaan.
B.
Montage kogelafsluiter
1.
Monteer de onderdelen van de kogelafsluiter op
de lasnippel. Gebruik het PVC hulpstuk om er
voor te zorgen dat de onderdelen in line worden
gemonteerd. Gebruik siliconenvet.
2.
Draai de 4 klepbouten (18) vast.
3.
Verwijder de lasdoorn. De klep moet soepel open
en dicht kunnen gaan.
4.
Zorg ervoor dat de klep gesloten is.
WAARSCHUWING: DE TRANSMITTER DIENT GEBORGT TE ZIJN VOORDAT DE KLEP GEOPEND WORDT.
DE KLEP DIENT GESLOTEN TE ZIJN WANNEER DE TRANSMITTER WORDT VERWIJDERD, OM TE VOORKOMEN DAT
DOOR DE INVLOED VAN HET PROCES DE TRANSMITTER UIT DE PROCESAANSLUITING WORDT GEDRUKT.
NL-4000-VALVE/04-2023/05
Waarschuwing:
MEMBRAAN NIET BESCHADIGEN.
C.
Installatie transmitter (figuur 2)
1.
Schuif de nippel (10) tot het eind van het transmitter
gedeelte zoals afgebeeld in figuur 2. Gebruik
siliconevet.
2.
De O-Ring (13) dient juist geplaatst te zijn.
D.
Figuur 3
1.
Plaats de O-ring (13) op de juiste plaats in de nippel.
2.
Schuif de nippel (10) en de zender in de
draadaansluiting (16). Draai de nippel in de
draadaansluiting. De zender kan in elke gewenste
stand gedraaid worden om de gebruiker toegang te
geven tot de zero en span, kabelinvoer en de lokale
aanwijzer.
3.
Draai de nippel (10) vast.
4.
Borg de nippel door de beveiliging (11) met de twee M4
bouten op de draadaansluiting (16) te schroeven.
5.
Open de klep zeer langzaam (90°).
E.
Figuur 4
1.
Druk de transmitter door de kogelafsluiter totdat de
zeskantmoer (7) de nippel (10) raakt.
2.
Draai de moer (7) op de nippel (10) tot aan de
aanslag (8).
3.
Draai de zeskantmoer (7) vast.
4.
Borg de moer (7) en de nippel (10) m.b.v. de beveiliging
(14) en twee M4 bouten (15
).
Pagina 5