DAC -V1 insta ll ere n en aan sluit en
3 D AC- V1 i ns t a l l eren en a anslui ten
De DAC-V1 moet worden geïnstalleerd op een bureau of op een standaard die speciaal
hiervoor is ontwikkeld. Zorg dat het apparaat goed geventileerd is en plaats het niet direct
boven op een ander elektronisch apparaat. U dient het apparaat op de definitieve locatie
te installeren voordat u kabels aansluit of het apparaat inschakelt. De DAC-V1 heeft geen
standby-modus; het is de bedoeling dat het apparaat altijd ingeschakeld blijft.
Hieronder wordt uitgelegd hoe de DAC-V1 op de netvoeding en diverse
geluidsapparaten en geluidsbronnen kan worden aangesloten. Diagram 3.1 illustreert de
aansluitingen op het achterpaneel van de DAC-V1.
3 . 1 Aan slu it in gen o p h e t ac h t e rpa n e el v a n d e D AC-V1
aan/uit-schakelaar
USB-
ingang
netvoedingsingang
en zekering
3 . 2 O p de n etv oe di n g a an sl u i te n
Controleer dat de
netvoeding
het achterpaneel van de DAC-V1 geschikt is voor uw
regio. Sluit de DAC-V1 met de meegeleverde kabel
(of een Naim PowerLine) op de netvoeding aan,
maar schakel het apparaat pas in nadat alle andere
aansluitingen zijn gemaakt en, indien van toepassing, het
Windows-stuurprogramma voor de DAC-V1 op de via USB
aangesloten computer is geïnstalleerd (zie hoofdstuk 2).
3 . 3 Au dio-ingan g e n e n - u i t gan ge n
3.3.1 Audiosignaalingangen
De DAC-V1 heeft één asynchrone digitale USB-ingang en
vijf S/PDIF digital stereo-ingangen. Deze ingangen bieden
verschillende aansluitingsmogelijkheden:
Ingang
Type
USB
Asynchrone USB
dig. 1
S/PDIF Digitaal
dig. 2
S/PDIF Digitaal
dig. 3
S/PDIF Digitaal
dig. 4
S/PDIF Digitaal
dig. 5
S/PDIF Digitaal
Gebruik altijd kwalitatief hoogwaardige verbindingskabels
om bronnen op de ingangen van de DAC-V1 aan te sluiten.
ingang 2 en 4
(coaxiaal)
ingang
ingang 3 en 5
1 (BNC)
(optisch)
zoals gespecificeerd op
Aansluiting
USB-type B
Coaxiaal (BNC)
Coaxiaal (RCA phono)
Optisch (TosLink)
Coaxiaal (RCA phono)
Optisch (TosLink)
analoge uitgang
(DIN)
signal
analoge uitgang
ground
(RCA)
Voor de beste geluidsprestatie moet de computer
rechtstreeks via USB op de DAC-V1 zijn aangesloten, niet
via een hub. De gebruikte USB-kabel mag niet langer zijn
dan 3 meter.
3.3.2 Audiosignaaluitgangen
De DAC-V1 heeft zowel analoge DIN- als RCA phono-
uitgangen voor aansluiting op een versterker verderop
in het systeem. Als de voor- of eindversterker DIN-
aansluitingen heeft, moeten in plaats van RCA phono-
aansluitingen bij voorkeur DIN-aansluitingen worden
gebruikt. De DIN- en RCA phono-aansluitingen mogen niet
gelijktijdig zijn aangesloten of gelijktijdig worden gebruikt.
Gebruik altijd kwalitatief hoogwaardige verbindingskabels
om apparaten op de uitgangen van de DAC-V1 aan te
sluiten.
3.3.3 Hoofdtelefoonuitgang
De DAC-V1 heeft op het voorpaneel een 6,3 mm
stereoaansluiting voor een hoofdtelefoon. Wanneer u
daar een hoofdtelefoon op aansluit, wordt het geluid van
de signaaluitgangen van de DAC-V1 gedempt. Als u de
stekker van de hoofdtelefoon verwijdert, wordt het geluid
van de signaaluitgangen hersteld.
7