B
CAMERA INSTELLEN
Inschakelen
Schuif de stroomschakelaar naar de positie ON. Het batterijniveau verschijnt twee
seconden lang op het lcd-scherm.
Na twee seconden zal de camera af gaan tellen. Als de teller op '00' staat, zal het scherm
uitschakelen en keurt de camera de Opnamemodus goed.
Als de camera detecteert dat het batterijniveau 15% of minder is, zal het scherm Low
Battery verschijnen en schakelt het apparaat uit.
Schuif de modusschakelaar naar de positie SETUP om de instellingen van de camera aan te passen. De camera laat de huidige ingestelde tijd
zien. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de knipperende optie aan te passen. Klik op OK als de instelling aangepast is naar de
gewenste mogelijkheid om uw huidige instelling vast te zetten en naar het volgende veld te gaan.
Let op: in de SETUP-modus detecteert de bewegingssensor beweging en licht de STATUSLED aan de voorkant van de camera ongeveer een
seconde lang op. U kunt deze functie gebruiken om te controleren of de camera goed gericht is om beweging in het gewenste doelgebied te
detecteren.
4
99
Hi
09
Hi
Hi