DCCOX-R
Fig. 3 Bevestigingsvereisten
ATTENTIE
ATTENTIE
ATTENTIE
Fig. 4 Bedrading en aansluitingen
MIW-DCCOX-R-NL-000 - 06 / 08 / 21
INTELLIGENTE CO/NO
KANAALSENSOR
Algemene vereisten: Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd in turbulente
luchtzones. Zorg voor voldoende lange 'settling zones' stroomopwaarts en
stroomafwaarts van het aftappunt. Een 'settling zone' bestaat uit een recht stuk
buis of buis zonder obstakels. Vermijd installatie in de buurt van filters, koelspiralen,
ventilatoren, enz. De sensor bereikt het optimale resultaat wanneer de meting
ten minste 7,5 ductdiameters stroomafwaarts en ten minste 3,5 ductdiameters
stroomopwaarts van bochten of obstakels wordt uitgevoerd.
Het installeren van dit toestel dicht bij een hoog EMI-uitstralend toestel kan tot
foute meetwaardes leiden. Gebruik afgeschermde bekabeling binnen hoog EMI
gebieden.
Houd een minimale 15 cm (5,9'') afstand tussen 230 VAC voedingslijnen en de
bekabeling van dit type toestel.
2.3
Installeer de sonde op de gewenste diepte en; als u de flens gebruikt,
bevestigt u deze via de witte plastic schroef aan de sonde.
2.4
Schroef het deksel van het apparaat los en steek de verbindingskabels door
de kabelwartel van het apparaat.
2.5
Sluit de bedrading aan volgens het bedradingsschema (zie Fig. 4) en gebruik
de legende informatie voor de juiste sectie "Bedrading en aansluitingen".
Voedingsspanning
DCCOF-R: 18—34 VDC
DCCOG-R: 18—34 VDC /
15—24 VAC ±10 %
Modbus
RTU
A
/B
3.
Sluit het deksel en zet het vast met de schroeven. Draai de kabelwartel vast om
de IP-waarde van de behuizing te behouden.
4.
Schakel de voedingsspanning in.
5.
Om fabrieksinstellingen te wijzigen gebruik 3SModbus software of de Sensistant
configurator. Raadpleeg de Modbus register map van het product voor de
standaard fabrieksinstellingen
www.sentera.eu
terug naar inhoudstafel
2
D = buisdiameter
(1)
Analoge/ modulerende uitgang 1 - Т, rV, CO/
NO
(0—10 VDC / 0—20 mA / PWM)
2
7,5*D
3,5*D
(1)
8 - 10