HET BRONSYSTEEM AANSLUITEN
• Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof te-
gen condensatie.
• Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op het
hoogste punt van het bronsysteem van de binnenko-
mende leiding vóór de circulatiepomp van het bronsys-
teem (optie 1).
Indien het niveaureservoir niet op het hoogste punt
kan worden geplaatst, moet er een expansievat wor-
den gebruikt (optie 2).
Voorzichtig!
Bij het niveaureservoir kan condensvorming
optreden. Plaats het reservoir daarom zodanig
dat andere apparatuur niet kan worden bescha-
digd.
• Op het niveaureservoir moet het gebruikte type anti-
vriesmiddel worden vermeld.
• Installeer het bijgeleverde overstortventiel onder het
niveaureservoir, zoals afgebeeld.
• Installeer een afsluiter voor uitgaande bronvloeistof
zo dicht mogelijk bij de warmtepomp.
• Monteer de meegeleverde afsluiter met ingebouwd
filter op de binnenkomende bronvloeistof.
TIP
Indien vulaansluiting KB25/KB32 wordt ge-
bruikt, hoeft de meegeleverde afsluiter met
ingebouwd filter niet gemonteerd te worden.
Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog
op verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdamper,
een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuit
worden geïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewis-
selaar nodig.
Optie 1
NIBE S1155PC
Optie 2
P
XL6
-QZ20
XL7
Afgiftesysteem
AANSLUITEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM
Een afgiftesysteem is een systeem dat het binnencom-
fort regelt met behulp van het regelsysteem in de
S1155PC en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwar-
ming/koeling, ventilatorconvectoren enz.
• Installeer alle noodzakelijke beveiligingen, afsluiters
(zo dicht mogelijk bij de warmtepomp) en de meege-
leverde filterbal.
• Monteer het overstortventiel op de retour van de cv-
installatie, zie de afbeelding. De aanbevolen openings-
druk is 0,25 MPa (2,5 bar). Zie de technische specifi-
caties voor informatie over de max. openingsdruk.
• Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen
op alle radiatoren (of vloerverwarmingselementen)
moet er een bypass worden gemonteerd of er moet
een aantal thermostaatkranen worden verwijderd om
voldoende doorstroming te waarborgen.
XL1
P
XL2
Koud en warm water
KOUD EN WARM WATER AANSLUITEN
• Monteer een afsluiter, terugslagklep en overstortven-
tiel (inlaatcombinatie), zie de afbeeldingen.
• Er moet ook een mengklep worden geïnstalleerd als
de fabrieksinstelling voor het warmtapwater wordt
gewijzigd. Houd rekening met lokale wet- en regelge-
ving.
• Het overstortventiel mag een openingsdruk hebben
van max. 1,0 MPa (10,0 bar) en moet op de inkomende
leiding voor water voor huishoudelijk gebruik worden
gemonteerd, zie de tekening.
• De instellingen voor warmtapwater worden gedaan
in menu 7.1.1.
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
15