Inhoudsopgave
Advertenties
9. Selecteer de gewenste eenfasespanning
(VE05-1P / VE09-1P) of driefasespanning
(alle andere modellen), zoals van toepassing.
10. Selecteer, indien van toepassing, het type
besturingsingang.
11. De normale werkingsmodus wordt
weergegeven (stand-by, stomen, vullen,
aftappen, waarschuwingsalarm).
Controles bij de inbedrijfstelling
Zodra de bovenstaande instellingsprocedure
is uitgevoerd, is het apparaat beschikbaar
om te werken volgens de eisen van het
besturingssignaal en de ingestelde parameters.
Tijdens het eerste gebruik moet het volgende
worden gecontroleerd:-
• de water- en stoominstallatie op lekkage.
• de luchtbevochtiger op tekenen van schade.
• de bevestiging van de bevochtiger en de
stoompijp op veiligheid.
• de elektrische installatie op tekenen van
schade.
• het display voor waarschuwing of kritisch
alarm.
Inbedrijfstelling - overdracht
Na volledige en bevredigende voltooiing
van de inbedrijfstelling dient een verslag
van de inbedrijfstellingsinformatie te
worden achtergelaten bij de persoon die
verantwoordelijk is voor de bevochtiger.
De inbedrijfsteller dient ervoor te zorgen dat
de gebruiker vertrouwd is met het veilige
en efficiënte gebruik van de unit, waarbij
de functie van alle bedieningsorganen en
hoofdcomponenten gedetailleerd wordt
beschreven.
De gebruiker moet in het bijzonder op de
hoogte worden gebracht van het volgende: -
• Opstart, uitschakeling en operationele
informatie.
• Veiligheidskenmerken, gegevensplaatje en
etikettering.
• De eis van regelmatige inspectie - vooral als
Vapac, Virtuoso VE Luchtbevochtiger, Installatiehandleiding, NL 2024-01, D301498 Iss 0
de luchtbevochtiger zich in een veeleisende
omgeving bevindt - en de noodzaak
van regelmatig onderhoud door een
gekwalificeerd persoon.
Operatie
Met de I/O/II-schakelaar in de stand "I" (Run)
worden de elektroden, wanneer stoom nodig is,
via de hoofdschakelaar van spanning voorzien.
Tegelijkertijd gaat de watertoevoerklep open en
komt er water in de stoomcilinder.
Zodra de elektroden in contact komen met
het water, begint er stroom te lopen tussen de
elektroden, waardoor warmte wordt opgewekt
en het water sneller verdampt.
Hoe meer van het oppervlak van de elektroden
wordt blootgesteld aan geleidend water,
hoe hoger het stroomverbruik en dus de
stoomproductie.
Bij het bereiken van de vereiste stoomcapaciteit
sluit de watertoevoerklep.
Als de stoomproductie daalt tot onder
een bepaald percentage van de vereiste
capaciteit, doordat het waterpeil daalt
(b.v. door verdamping of drainage), gaat
de waterinlaatklep open totdat de vereiste
capaciteit weer beschikbaar is.
Indien de vereiste stoomcapaciteit lager is dan
de werkelijke output, wordt de waterinlaatklep
gesloten totdat de gewenste capaciteit is
bereikt door verlaging van het waterpeil
(verdampingsproces).
Een in de stoomcilinder aangebrachte sensor
met volle elektroden detecteert wanneer het
waterniveau in de cilinder maximaal is. Wanneer
de sensor in contact komt met water, sluit de
watertoevoerklep na een korte vertraging.
Als gevolg van het verdampings- en navulproces
neemt de geleidbaarheid van het water toe door
een stijgende mineralenconcentratie. Uiteindelijk
zou een ontoelaatbaar hoog stroomverbruik
optreden indien dit concentratieproces zou
worden voortgezet. Om te voorkomen dat
deze concentratie een voor de werking
ongeschikte waarde bereikt, wordt periodiek
een hoeveelheid water uit de cilinder afgetapt
en vervangen door vers water.
C
Pagina No 43 van 84
Advertenties
Inhoudsopgave
