2.5
Warmwatervoorziening
In de boiler wordt het warm water opgewarmd. Zodra warm water wordt
gevraagd, schakelt de besturingsunit over op warmwatervoorrang en het
verwarmingsbedrijf stopt. De boiler heeft twee sensoren, die de warm-
watertemperatuur registreren.
CS7800iLW 6 M | CS7800iLW 6 MF
Bedrijfsmodus warm water
WW-energieklasse
Afnameprofiel
Warmwatervolume (40 °C), V
40
CS7800iLW 8 M | CS7800iLW 8 MF
Bedrijfsmodus warm water
WW-energieklasse
Afnameprofiel
Warmwatervolume (40 °C), V
40
CS7800iLW 12 M | CS7800iLW 12 MF
Bedrijfsmodus warm water
WW-energieklasse
Afnameprofiel
Warmwatervolume (40 °C), V
40
CS7800iLW 16 M | CS7800iLW 16 MF
Bedrijfsmodus warm water
WW-energieklasse
Afnameprofiel
Warmwatervolume (40 °C), V
40
2.6
Warmte algemeen
2.6.1
Temperatuurinstellingen
Voer wijzigingen aan de temperatuurinstellingen van de cv-installatie bij
voorkeur met kleine stappen uit. Wacht tot de volgende wijziging 24–
48 uur. Deze periode is voor de aanpassing van het huis aan de nieuwe
instelling nodig.
Als er geen kamertemperatuursensors geïnstalleerd zijn, kan de uit wijzi-
gingen resulterende kamertemperatuur niet exact bepaald worden. Bo-
vendien wordt die door de isolatie en de cv-installatie in het huis
beïnvloed.
2.6.2
Cv-groepen
• Groep 1: de regeling van de eerste cv-groep behoort tot de stan-
daarduitvoering van de regelaar en wordt via de gemonteerde aan-
voertemperatuursensor eventueel in combinatie met een
geïnstalleerde kamerthermostaat gecontroleerd.
• Groep 2–4 (gemengd): als optie is een regeling voor meerdere cv-
groepen leverbaar. In dat geval worden de cv-groepen met cv-circuit-
module, mengmodule, pomp, aanvoertemperatuursensor en eventu-
eel kamerthermostaat uitgerust,
Compress 7800i LW – 6721832727 (2023/09)
Eco+
Eco
Comfort
A+
A
A
XL
XL
XL
211 l
269 l
275 l
Eco+
Eco
Comfort
A+
A
A
XL
XXL
XXL
211 l
269 l
277 l
Eco+
Eco
Comfort
A+
A
A
XL
XXL
XXL
206 l
269 l
298 l
Eco+
Eco
Comfort
A+
A
A
XL
XXL
XXL
203 l
267 l
301 l
2.6.3
Cv-regeling
• Buitenvoeler: op de buitenmuur van het gebouw wordt een sensor
gemonteerd. De buitenvoeler signaleert voor de regelaar de actuele
buitentemperatuur. Bij de weersafhankelijke regeling stuurt de
warmtepomp de warmte in huis automatisch conform de buitentem-
peratuur.
De gebruiker kan op de bedieningsunit de cv-temperatuur in verhou-
ding tot de buitentemperatuur via verandering van de kamertempera-
tuurinstelling en eventueel veranderingen van de stooklijn zelf
bepalen.
• Buitenvoeler en kamerthermostaat (per cv-groep is een afstands-
bediening nodig): voor de regeling met buitenvoeler en kamertempe-
ratuursensor moet minmaal een afstandsbediening met
geïntegreerde temperatuursensor centraal in het huis worden ge-
plaatst. De afstandsbediening wordt op de warmtepomp aangesloten
en signaleert voor de besturingsunit de actuele kamertemperatuur.
Dit signaal beïnvloedt de aanvoertemperatuur. Deze wordt bijvoor-
beeld verlaagd, wanneer de warmtepomp hogere temperaturen le-
vert, dat in de afstandsbediening is ingesteld.
Afstandsbedieningen worden geadviseerd, wanneer behalve de bui-
tentemperatuur ook andere factoren de temperatuur in huis beïn-
vloeden zoals bijv. een open haard, ventilatorconvector,
windgevoeligheid of directe zonnestraling.
Alleen die ruimten, waarin een afstandsbediening met geïntegreerde ka-
mertemperatuursensor is gemonteerd, beïnvloeden de regeling van de
kamertemperatuur van de betreffende cv-groep.
2.6.4
Tijdschakeling van de centrale verwarming
• Vakantie: de regelaar beschikt over meerdere programma's voor de
vakantiefunctie, die de kamertemperatuur tijdens een ingestelde pe-
riode op een lager of hoger niveau instellen.
• Externe regeling: de regelaar kan extern worden beïnvloed. Dat be-
tekent, dat een vooringestelde functie wordt uitgevoerd, zodra de re-
gelaar een ingangssignaal ontvangt.
2.6.5
Bedrijfsmodi
• Met elektrische bijverwarming: de warmtepomp kan zodanig wor-
den gedimensioneerd, dat het vermogen daarvan iets onder de maxi-
male behoefte van het huis ligt en de geïntegreerde elektrische
bijverwarming de vraag dekt, zodra de warmtepomp alleen niet meer
voldoende is.
Bovendien wordt de elektrische bijverwarming in alarmmodus en
door de functie extra warm water en door thermische desinfectie ge-
activeerd.
2.7
Energiemeting
De energiemeting in de warmtepomp is gebaseerd op een druk- en tem-
peratuursensor in het koelcircuit en op het compressortoerental en het
ingangsvermogen van de frequentieomvormer. De foutmarge bij de bere-
kening is normaal gesproken 5-10%.
Productbeschrijving
5