Wanneer u een bekabelde verbinding handmatig instelt, moet u de volgende informatie invoeren:
1.
SSID (de naam van het toegangspunt)
2.
IP-adres
3.
Subnetmasker
4.
Standaard gateway
5.
DNS-server van uw voorkeur
6.
Alternatieve DNS-server
U kunt een specifiek netwerk kiezen (Beheren) als u binnen een gebied meer dan één
netwerkverbinding hebt ingesteld.
12.3.4. Netwerk controleren bij inschakelen
'Wifi-netwerk in-/uitschakelen':
Wanneer u het wifi-netwerk inschakelt, zoekt het systeem automatisch het beschikbare
toegangspunt. Selecteer uw toegangspunt.
Voer de WEP- of WPA-code in om verbinding te maken met wifi.
Als de draadloze netwerkverbinding niet bestaat of mislukt is, wordt het pictogram 'Geen wifi-
verbinding' weergegeven in de linkerbovenhoek.
12.4. Datum en tijd
•
Druk op Datum en tijd instellen en kies tussen Handmatig instellen en Automatisch detecteren.
•
De datum en tijd instellen
•
Stel de tijdweergave in op 12 uur of 24 uur (standaard). Dit is alleen vereist bij handmatig instellen.
•
Stel de datumnotatie voor YY (jaar), MM (maand) en DD (dag) in op YY/MM/DD (standaard)
of MM/DD/YY.
•
Zet Zomer-/wintertijd (DST) aan/uit (standaard). Dit is alleen beschikbaar bij handmatig instellen.
Wanneer het apparaat verbinding heeft met een draadloos netwerk, is GMT (+00:00) de referentie
voor het instellen van de tijd. Stel het uur in op uw tijdzone wanneer u de tijd instelt.
12.5. Alarm
Nederlands
43