Inhoudsopgave
Advertenties
UW NAAIMACHINE KENNEN
1.Naalden
2. Tweelingnaald
3.Ripper/borstel
4. Kleine schroevendraaier
5.Schroevendraaier voor naaldplaat
6. Hulpklospen
7. Klossen (4 in totaal - 1 in machine)
8.Klospen dop
9.Zipper voet
10. Satijnsteekvoet (Z)
11.Knoopvoet (O)
12. Blinde steekvoet (H)
13. Knoopsgatvoet (B)
De voet die op uw naaimachine wordt geleverd, wordt de universele voet (J) genoemd
en wordt voor het grootste deel van uw naaiwerk gebruikt.
De satijnen voet (Z) is een andere zeer nuttige voet en zou voor de meeste
decoratieve naaien moeten worden gebruikt.
UW MACHINE INSTELLEN
Veeg eventuele overtollige olie van de naaldplaat
voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt.
STROOMKABEL/VOETBEDIENING
Zorg ervoor dat de naaimachine is uitgeschakeld
(de stroomschakelaar staat op "O") en sluit
vervolgens de stekker van de
het netsnoer in de snoeraansluiting (1) en uw
stopcontact (2) zoals afgebeeld.
Steek de stekker van het voetpedaal (3) in het
stopcontact van de machine.
Koppel de machine altijd los van de stroomtoevoer door de stekker uit het
LET OP
stopcontact te halen.
AAN/UIT-/LICHTSCHAKELAAR
Uw machine werkt pas als de aan/uit-/lichtschakelaar is
ingeschakeld. Dezelfde schakelaar regelt zowel de
stroom als het licht.
Bij onderh
oud aan de machine, het verwisselen van naalden, enz.
moet de machine worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet.
Zet de aan/uit-/lichtschakelaar op "OFF"
Machineaansluiting
Pin-stekker
Voetpedaal
Aan/uit-/lichtschakelaar
"OFF"
Netsnoer
Aan/uit-/lichtschakelaar
"ON"
Advertenties
Inhoudsopgave
