DC-stroom meten
•
Steek het rode meetsnoer in de mA of A-inputterminal en steek het zwarte
meetsnoer in de COM-terminal.
•
Zet de draaischakelaar op µA, mA, of A.
•
De Meter staat standaard ingesteld op de DC-
stroommetingsmodus. Druk op de BLAUWE toets om
te schakelen tussen de DC- en AC-stroommeetfuncties.
•
Sluit de meetsnoeren serieel aan op het circuit dat moet
worden getest. De gemeten waarde verschijnt op
het scherm.
•
72-2605, 72-10405 en 72-2610: geeft de effectieve
waarde van de sinusgolf weer (gemiddelde waarde-
respons).
•
72-10415: geeft de True RMS-waarde weer.
Opmerkingen:
•
Als de te meten stroom onbekend is, kies dan het maximale meetbereik (10 A) en
verlaag het stapsgewijs, totdat een bevredigende waarde is verkregen.
•
Koppel los van het geteste circuit, wanneer u het bereik wijzigt.
•
Als er op het scherm alleen "OL" wordt weergegeven, geeft dit aan dat de
gemeten stroom buiten het bereik is. Draai in dit geval de bereikschakelaar naar
een hoger bereik.
•
Voor de veiligheid moet elke meettijd voor >5 A stroom
korter zijn dan 10 seconden en de intervaltijd tussen
2 metingen zou langer moeten zijn dan 15 minuten.
Weerstand meten
•
Steek het rode meetsnoer in de Ω-terminal en het zwarte
meetsnoer in de COM-terminal.
•
Zet de draaischakelaar op Ω-weerstandsmeting (Ω), wat
de standaard instelling is, of druk op de BLAUWE knop
om de Ω-meetmodus te selecteren.
•
Sluit de meetsnoeren aan op het object dat wordt
gemeten. Als er een kabel op de weerstand of SMT-
weerstand zit, is het handiger om de meegeleverde multifunctionele contactdoos
te gebruiken om het testen uit te voeren. De gemeten waarde verschijnt op het
scherm.
Waarschuwing
om schade aan de Meter of aan de geteste apparaten te voorkomen, moet u de stroom
van het circuit uitschakelen en alle hoogspanningscondensators ontladen voordat u de
weerstand meet.
Om letsel aan uzelf te voorkomen, dient u geen hogere spanningen dan DC 60 V of AC
30 V als input te gebruiken.
Opmerkingen
De meetsnoeren kunnen foutief 0,2 Ω tot 0,5 Ω toevoegen, dus om nauwkeurige metingen
te verkrijgen moeten de terminals worden kortgesloten en moet de REL-meetfunctie
worden gebruikt om de kortsluitwaarde automatisch af te trekken van de meetwaarde.
Voor metingen met een hoge weerstand >1 MΩ is het normaal dat het enkele
seconden duurt om een stabiele meetwaarde te verkrijgen.
Het display zal OL weergeven als de geteste weerstand groter is dan het maximale
bereik van de meter.
•
Wanneer de weerstandsmeting is voltooid, ontkoppel dan de verbinding tussen
de meetsnoeren en het geteste circuit, en verwijder de meetsnoeren van de
inputterminals van de Meter.
14