Inhoudsopgave
Advertenties
Electric Power Generation
3 - TECHNISCHE KENMERKEN
3.1 - Elektrische kenmerken
- Voedingsspanning max. 150 V - 50/60 Hz
- Nominale overbelastingsstroom: 10 A - 10s
- Elektronische beveiliging:
- bij kortsluiting wordt de bekrachtigings-
stroom na 10 seconden verlaagd tot een
waarde < 1 A
- bij verlies van referentiespanning wordt
de bekrachtigingsstroom verlaagd tot een
waarde < 1 A, na 1 seconde voor AREP/
SHUNT en na 10 seconden voor PMG
- bij overbekrachtiging wordt de stroom
verlaagd
zoals
onderstaande diagram (zie 3.2.1.4)
- Snelle zekeringen: F1 op X1 en F2 op Z2
10 A, 250 V
- Spanningsdetectie
R450 M: eenfasige aansluiting op V en W
"80V-320V" of "320V-530V" volgens positie
draaischakelaar.
R450 T: driefasige aansluiting op U, V en W
"80V-320V" of "320V-530V" volgens positie
draaischakelaar.
Voor andere spanningen moet een trans-
formator gebruikt worden (of twee voor
R450 T).
- Spanningsregeling ± 0,5%
- Stroomdetectie: (parallelwerking): ingan-
gen S1, S2 bestemd voor 1 CT (stroom-
transformator) > 2,5 VA cl1, secundair 1 A of
5 A
3.2 - Configuraties
3.2.1 - Instellingen
3.2.1.1 - Spanning
Instelling van de spanning via potentiometer
P1 binnen het bereik van onderstaande
tabel:
Voor 50 en 60 Hz
Hoog bereik
Laag bereik
OPGELET
Het toegestane instelbereik is ± 5% van
de nominale spanning. Indien de instel-
ling deze grenzen overschrijdt, dient u te
controleren of deze in overeenstemming
is met de vermogenstabel.
8
Installatie en onderhoud
R450 M & T
Automatische spanningsregelaar
aangegeven
in
Max.
320 V < Un ≤ 530 V
80 V < Un ≤ 320 V
3.2.1.2 - Statische spanningsregeling:
Instelling van de statische spanningsregeling
via potentiometer P4 binnen een bereik van:
- 0 tot 8% met een arbeidsfactor van 0,8 voor
400V-toepassingen
- 0 tot 14% met een arbeidsfactor van 0,8
voor 240V-toepassingen
- 0 tot 8% voor 110V-toepassingen met een
Step up stransformator (verhouding 4) die
op de spanningsreferentie wordt geplaatst.
De potentiometer P4 heeft een niet-lineaire
respons. Wanneer de CT van 1 A wordt
aangesloten, start het nuttige bereik dus
het
vanaf het tweede derde deel, voor de CT
van 5 A vanaf het eerste derde deel.
Wanneer een CT van 5 A gebruikt wordt, is
het bereik voor statische spanningsregeling
groter. Het is dus noodzakelijk om de
potentiometer in te stellen op het eerste
kwart (naar links) en vervolgens geleidelijk
te verhogen.
De CT moet aangesloten zijn.
3.2.1.3 - Stabiliteit
Instelling van de stabiliteit via potentiometer
P2. Selectie van de draaischakelaar naar-
gelang het type machine en de reactietijd
zoals aangegeven in rubriek 3.2.3.
3.2.1.4 - Bekrachtigingsgrens
Instelling van de bekrachtigingsgrens via
potentiometer
beschreven.
De
bekrachtigingsstroom in stabiele toestand
wordt via een potentiometer ingesteld op
110% van de nominale waarde. De instelling
wordt tijdens de test onder belasting bij
nominaal ver-mogen door de inbedrijfsteller
uitgevoerd door de potentiometer in te
stellen.
Wanneer de bekrachtigingsstroom deze
waarde overschrijdt, wordt een teller
geactiveerd met een snelheid van 1
registratie per seconde gedurende 90
seconden. Wanneer deze tijd verstreken is,
wordt de stroom verlaagd tot de waarde van
de nominale bekrachtigingsstroom. Als de
4342 nl -
2024.02 / n
OPGELET
P3
zoals
grenswaarde
hieronder
van
de
Advertenties
Inhoudsopgave
