Inhoudsopgave
Advertenties
3
Bedieningsinstructie
.
Elektronische thermostaat IP44.
Uitgebreide versie met elektronisch display.
3.1 Normale bedrijfsmodus
De thermostaat werkt binnen een temperatuurbereik van 5°C (antivries) tot 34°C. De temperatuur
wordt gemeten met een resolutie van 0,1°C; hysterese voor de ingestelde kamertemperatuur is 0,2°C
(0,2°C onder de ingestelde temperatuur).
Temperatuursensoren NTC 2k2 maken metingen in het bereik van -40°C÷120°C.
Temperatuurmetingen buiten dit bereik duiden op een sensorstoring. Sensoren worden continu
gecontroleerd zolang de radiator is aangesloten op 230V AC-netvoeding. Wanneer er een
sensorstoring optreedt, wordt het verwarmingselement uitgeschakeld (indien het was ingeschakeld),
en toont het display een foutcode. Als de sensor correct begint te meten, keert de timer automatisch
terug naar de bedrijfsmodus. Als de timer voorafgaand aan de sensorstoring in de TURBO, NACHT-
modus werkte, keert deze terug naar de NORMALE werking.
De thermostaat heeft een dubbele beveiliging tegen oververhitting:
De eerste (software) beveiliging treedt in werking wanneer de temperatuur 70°C bereikt (de sensor
meet de temperatuur op een geschikt punt van de radiator – dit punt bevindt zich buiten het
verwarmingsoppervlak). Bij het bereiken van 70°C wordt het verwarmingscircuit uitgeschakeld.
Wanneer de temperatuur van de radiator daalt tot 67˚C, wordt het verwarmingscircuit weer
automatisch ingeschakeld.
De tweede beveiliging wordt geactiveerd wanneer de temperatuur op het desbetreffende punt van
de radiator 80°C bereikt, terwijl de eerste beveiliging gedurende enige tijd niet is ingeschakeld. Het
thermische overbelastingsrelais schakelt op dat moment het verwarmingscircuit langer uit.
Wanneer de temperatuur daalt tot 50˚C wordt het verwarmingscircuit weer ingeschakeld.
Thermostaat sensor storingsmeldingen
Err. 1 – beschadigde ruimtetemperatuursensor.
Err. 2 – beschadigde radiatortemperatuursensor.
Om de temperatuur in de normale bedrijfsmodus in te stellen, drukt u op de PLUS- of MINUS-knop. Het
display toont de momenteel ingestelde temperatuur en het C-teken knippert. U kunt de ingestelde
temperatuur wijzigen door op de PLUS- en MINUS-toetsen te drukken. U kunt ook de PLUS- of MINUS-
knop ingedrukt houden totdat de juiste temperatuur is ingesteld. Druk op de WEEK/TURBO/OK-knop
om de ingestelde temperatuur op te slaan. Om het temperatuurinstelmenu te verlaten zonder de
wijzigingen op te slaan, drukt u op de NIGHT/ESC-knop. Als u 5 seconden lang niets indrukt, wordt het
apparaat automatisch afgesloten zonder de instelling op te slaan.
Installatie- & gebruikshandleiding Novara
4
Advertenties
Inhoudsopgave
