BS 6644 :2005+A1:2008, gastoestellen 2009/142/EEC en EN 298:2012 Functies Als de EFC21 geactiveerd wordt, zal de RSVG rookgasventilator direct op hoge toeren opgestart worden. Wanneer het systeem voldoende trek in de schoorsteen meet, en de luchttoevoer open staat, zal de gasklep worden geopend en kan de open gashaard ontstoken worden. Vervolgens zal de ventilator afgetoerd worden naar een vooraf ingesteld toerental.
• De werkschakelaar moet afzonderlijk besteld worden, aangezien dit geen standaard onderdeel is van de exodraft leverantie. • SMG klemmen 6 & 7 dienen alleen t.b.v. aansluiting van een door exodraft geleverde gasklep. 2.1 Installatie van het controlepaneel Het controlepaneel dient op een vlakke ondergrond gemonteerd te worden, met een minimale afstand van 100mm tot elke hoek.
2.3 Standaardinstallatie EFC21 Beschrijving Het diagram toont hoe een separate gasmagneetklep (SMG) op de EFC21 wordt aangesloten. De gasmagneetklep maakt deel uit van het gescheiden veiligheidssysteem en sluit de gastoevoer af bij onvoldoende trek in de schoorsteen (gecontroleerd door de pressostaat in de rookgasventila- tor).
NL• 7 3002451 EFC21 NL 20210715 2.4 EFC21 installatie met externe AAN/UIT schakelaar Beschrijving Een voorbeeld van de aansluiting van een AAN/UIT schakelaar op een standaard installatie. Met een externe AAN/UIT schakelaar kan het systeem vanaf de regelunit of vanaf de schakelaar zelf worden gestart.
2.5 EFC21 direct gekoppeld aan gashaard bediening Beschrijving Een voorbeeld van hoe een EFC21 regelsysteem direct op een gashaard kan worden aangesloten, zonder gebruik van een extra SMG. Dit type installatie vergt een haard met controlefunctie, voor- zien van vlamdetectie en automatische ontsteking - of een permanente waakvlam. (Branderauto- maat).
NL• 9 3002451 EFC21 NL 20210715 3. Inregelen Het inregelen gebeurt met een geopende regelkast. Gebruik alleen geïsoleerde gereedschappen om componenten aan te raken. Opmerking Tijdens het inregelen moeten alle deuren en ramen gesloten zijn. Indien er zich in de woning nog een of enkele ventilatoren bevinden, dienen deze tijdens het inregelen op vol vermogen draaien.
10 • NL 3002451 EFC21 NL 20210715 3.2 Instellen van de potentiometer • De potentiometer (fig. 1-K) kan op het maximum toerental ingesteld worden, door hem vol- ledig met de klok mee te draaien. • M.b.v. de potentiometer kan het toerental van de ventilator langzaam naar beneden worden gebracht.
NL• 11 3002451 EFC21 NL 20210715 4. Dagelijks gebruik Fig.10 Bediening van de EFC • Druk op de AAN/UIT toets (fig. 10-A). • De indicatie LED zal groen knipperen, tot het moment dat er voldoende trek in de schoorsteen aanwezig is. Indien deze LED GEEL knippert, dient de luchttoevoerklep nog open gezet te wor- den.
12 • NL 3002451 EFC21 NL 20210715 Alarm LED (Fig. 10-C) Constant branden van de Alarm LED, duidt erop dat er een spanningsuitval is geweest. Reset en zet het systeem opnieuw aan door één keer op de AAN/UIT toets te drukken.
NL• 13 3002451 EFC21 NL 20210715 5. Probleem zoeken bij storingen 5.1 Opstarten Observatie Soort fout Oplossing Indicatie LED Alarm LED Constant Voedingsspanning fout 1. Druk twee keer op de AAN/UIT toets om het sy- ROOD steem te resetten en opnieuw op te starten of de...
24 VDC (gesloten circuit) Extern start signaal: 24 VDC (gesloten circuit) Beschermingsklasse: IP 30 Materiaal : Omkasting van ABS Omgevingstemp.: -10 °C tot 40 °C Goedkeuringen door derden De EFC21 eenheden zijn gecertificeerd door GASTEC, en hebben certificaatnummer: PIN: 0063 BT1395...