Aansluiten
⚠
Opgelet! De maximale belasting mag niet groter zijn dan 50 VA.
Uitbreidingsmodule
De uitbreidingsmodule wordt geïnstalleerd in de elektrische kast op de daarvoor voorziene rail. Wanneer er geen plaats
genoeg is, kan de module worden geïnstalleerd in een externe, gesloten kast en worden verbonden met een langere
modulekabel.
•
Stel de schakelaars op de voorkant van de uitbreidingsmodule in op de shuntpositie.
•
Sluit de modulekabel aan tussen HP CRM Exp.out en HPC EM Exp.in
Van Exp.out
shunttemperatuur
Aansluitingen uitbreidingsmodule voor shuntwerking:
Temperatuuringang, T1: Sensor, shunttemperatuur.
Temperatuuringang, T2: -
Analoge uitgang 0-10 V, AO1: Signaal naar shuntklep.
Relais, DO1: Signaal naar circulatiepomp (geen potentiële sluiting, maximaal 6 A).
Exp.in: Aansluiting van HPC RM.
Exp.out: Aansluiting op mogelijke bijkomende module.
Sensor, shunttemperatuur
•
Sluit aan op T1 en GND
Circulatiepomp
•
Sluit DO1.1 aan op 24 V AC 2.1.
•
Sluit DO1.2 aan op de contactgeverspoel (de relaisspoel) en verder op 24 V AC 2.2.
Shuntklep
•
Sluit AO1 aan op de signaalingang van de stuurklep.
•
Sluit GND aan op de GND van de stuurklep. Als GND van de regelklep ontbreekt, moet GND samen met 24 VAC 2.2
ergens in het systeem worden aangesloten. De beste manier is het doorverbinden van de klemmenstroken 144 en
146 in de regelkast.
•
Sluit de stuurklepaansluiting G aan op 24 V AC 2.1.
•
Sluit de stuurklepaansluiting G0 aan op 24 V AC 2.2.
Robust Eco
Circulatiepomp
M
24 VAC 2.1
24 VAC 2.2
Exp.in
Shuntklep
G
G
Y
0
HPC EM
Shunt
Exp.out
0-10V
VMIFE110
alt.
GND
G G
Y
1
0
1
24 VAC 2.2
9