Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kettingsteken Naaien; De Machine Instellen; Begin En Einde Naaien; Naaitips - Pfaff coverlock 4.0 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Kettingsteken naaien

De kettingsteek wordt genaaid met twee draden, één naald en één grijper. Gewoonlijk snijdt de machine de stofrand
af terwijl de naad wordt genaaid. Een kettingsteeknaad kan echter op een gewenste afstand van de rand van de stof
worden genaaid door het bovenmesje in positie B te zetten, de bovenste grijper uit te schakelen en deksteektabel B te
installeren (zie pagina 10-11)
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact.

De machine instellen

• Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 10)
• Schakel de bovenste grijper uit. (Zie pagina 11)
• Verwijder de bedekking van mesje A en installeer de deksteektabel B (zie pagina 11). De schaalverdeling op de
deksteektabel geeft de afstand aan, in cm en in inches, vanaf de middelste deksteeknaald. Gebruik de tabel als
geleide bij het plaatsen van de stofrand.

Begin en einde naaien

Wanneer u na het inrijgen van de machine begint te naaien, naai dan eerst 2-3 cm op een proe apje en maak een
draadketting. Trek als u klaar bent met naaien de stof lichtjes naar de achterkant van de machine en maak een draadketting.

Naaitips

Plooien naaien

Naai decoratieve plooien op de stof voordat u het
kledingstuk uitknipt. Gebruik de rechter overlocknaald
en selecteer 3-draads overlock, smal.
Let op: De rolzoomsteek kan ook voor deze techniek worden
gebruikt.
• Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 10)
• Markeer het gewenste aantal plooien op de stof met
een wateroplosbare markeerpen.
• Vouw de stof met de verkeerde kanten op elkaar en naai.
• Pers de plooien in dezelfde richting.

In cirkels naaien

(alleen geschikt voor dikke en normale stof)
In de aanschuiftafel zitten 13 gaatjes die worden gebruikt
om in cirkels te naaien.
Naai cirkels met het bovenmesje ingeschakeld (positie
A, zie pagina 10) voor een mooie rand, of schakel het
beweegbare bovenmesje uit (positie B, zie pagina 10) en
naai ronde versieringen.
• Markeer een stip in het midden van het gedeelte dat de
cirkel wordt en leg versteviging onder de stof.
• Doorboor de stof op de markering met de
scherpe punt van de punaise (A). Plaats
de punaise in het geselecteerde gat op
de aanschuiftafel. Duw de punaise en de
onderkant (B) op elkaar.
• Breng de naaivoet omlaag en naai. De stof
wordt in een cirkel om de punaise getransporteerd.
• Wanneer de cirkel voltooid is, laat u de naad nog
enkele centimeters overlappen. Rijg de draden in een
handwerknaald met een groot oog, trek ze naar de
verkeerde kant van de stof en zet ze vast.
36
Steken en naaitechnieken

De draadketting vastzetten

Rijg de ketting in een handwerknaald met een groot oog.
Steek de naald in het uiteinde van de naad en trek de
ketting in de naad om de draden vast te zetten.

Vlechten door een draadketting te maken

1. Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 10)
2. Breng een vulkoord, zoals dik garen of keperband aan
door het gaatje in de voorkant van de naaivoet.
3. Plaats het vulkoord onder de naaivoet en maak een
draadketting van de gewenste lengte.
4. De draadkettingvlechten kunnen apart worden
gebruikt of in 3- of 4-voudige vlechten worden
geweven.

Naaldstop boven of onder

A
Wanneer u stopt met naaien, stopt de machine altijd met
de naald(en) in de hoogste positie. Druk eenmaal op het
voetpedaal om de naald(en) naar beneden in de stof te
B
zetten. De naaldstop onder is heel handig om de stof op
z'n plaats te houden wanneer u aanpassingen maakt of
wanneer de stof gedraaid moet worden bij het veranderen
van de naairichting bij het naaien van een kettingsteek.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave