controleer de uitlijning van de riemschijf, de
ventilatorrotatie en de riemspanning (zie
paragraaf 5.2 en fig. 17 en 18).
(m) Zorg dat de brander stevig op de
verwarming is aangesloten.
(n) Test de continuïteit van de aarding tussen
d e v e r w a r m i n g , o l i e l e i d i n g w e r k e n
netvoeding.
(o) Schakel de hoofdvoeding in.
(p) Zet de ventilator aan door op de regelaar
'Fan only'; 'Vent only'; 'Vent/Manual' te
selecteren.*
( * h a n g t a f v a n h e t t y p e v a n d e
m e e g e l e v e r d e r e g e l a a r . Z i e d e
bedieningshandleiding van de regelaar zelf.)
(q) Controleer of de brander uit staat maar
de ventilator van stroom wordt voorzien. De
ventilator gaat draaien, waardoor de
draairichting etc. kan worden gecontroleerd.
Zet de schakelaar 'Fan on/standby' weer op
'off'.
(r) Zet de kamerthermostaat en timer in de
'vraag'-stand.
(s) Zet de netvoeding uit, plaats het onderste
roosterpaneel terug dat de ventilator en
motor bedekt.
4.2 Inbedrijfstelling - Ontsteking
Waarschuwing
Begin niet met de inbedrijfstelling tenzij aan
alle criteria in paragraaf 4.0 en 4.1 is
voldaan.
(a) Zorg dat de voeding uit staat.
(b) Zorg dat de gastoevoer dicht staat.
(c) Schakel de hoofdvoeding in.
(d) Zet de brander met de regelaar aan door
'Heat' (relais 2); 'Heat On'; 'Heat/Auto' te
selecteren. *
( * h a n g t a f v a n h e t t y p e v a n d e
m e e g e l e v e r d e r e g e l a a r . Z i e d e
bedieningshandleiding van de regelaar zelf.)
( e ) S e l e c t e e r d e ' o n ' - s t a n d v o o r d e
schakelaar 'heater on/standby'.
(f) Controleer onderstaande branderstappen
1 <5s
Demper verbrandingskamer aan,
ventilatormotor brander start spoelcyclus...
2
<40s
Elektromagn. klep opent
ontstekingstransformator, levert vonk voor
ontsteking brander...
-------- O F W E L --------
3 >40s
Ontsteken mislukt vanwege
gastekort, wat leidt tot vergrendeling/
uitzetten brander...
(g) Hef de brandervergrendeling op met de
branderresetfunctie.
(h) Zet 'heater on/standby'-schakelaar in
standby-stand
(i) Open de gastoevoerkranen. Herhaal stap
4.1 q en 4.2 c, e, f.
----------- O F ----------
3
>40s
Ontsteken waakvlam...
Ontsteken waakvlam...
4
<60s
Ontstekingscyclus brander klaar
NB
Men wordt ten zeerste aangeraden om de
losse handleiding over de werking van de
b r a n d e r d i e a l s o n d e r d e e l v a n h e t
informatiepakket met de verwarming wordt
meegeleverd vóór de inbedrijfstelling door te
n e m e n .
D e t i j d s i n t e r v a l l e n i n h e t
ontbrandingsproces variëren enigszins
tussen modellen.
Waarschuwing
Als het ontsteken van de brander niet naar
behoren plaatsvindt, dient men niet verder te
gaan met de inbedrijfstelling totdat de reden
hiervoor of de storing is geïdentificeerd en
verholpen; indien nodig door de aparte
branderinformatie of hoofdstuk 6 van deze
handleiding door te lezen.
(j) Herhaal stap 4.2 c, a,
( k ) C o n t r o l e e r a l l e a a n s l u i t i n g e n e n
verbindingen opnieuw op gasdichtheid met
een goedgekeurde lekdetectievloeistof.
22