EXTERNE AANSLUITINGEN
Er zijn externe aansluitingen op klemmenstroken X28,
X29 en X30 op de print (AA2).
Sensoren
Buitenvoeler
De buitensensor (BT1) wordt op een beschaduwde
plaats aan de noord- of noordwestzijde geplaatst, zodat
de werking ervan niet kan worden verstoord door bijv.
de ochtendzon.
De buitensensor is aangesloten op klemmenstrook AA2-
X28:14 en op een willekeurige ingang op klemmenstrook
AA2-X29.
Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze
worden afgesloten om condens in de behuizing van de
sensor te voorkomen.
BT1
AA2-X28
9
10
11
12
13
14
AA2-X29
GND
Temperatuursensor, verbinding externe
doorstroming
Sluit de temperatuursensor, externe aanvoerleiding
(BT25) aan op klemmenstrook AA2-X28:12 en op een
willekeurige ingang op klemmenstrook AA2-X29.
BT25
AA2-X28
9
10
11
12
AA2-X29
GND
NIBE S1255PC
Ruimtevoeler
S1255PC wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50),
die het mogelijk maakt om de kamertemperatuur te to-
nen en regelen op het display van de S1255PC.
Monteer de ruimtesensor in een neutrale positie waar
een insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie
X28
zou bijvoorbeeld kunnen zijn een vrije binnenwand in
X27
-X27
een hal, ca. 1,5 m boven de vloer. Het is belangrijk dat
3
NO
2
O
1
NC
AUX-RELAY
X29
de ruimtesensor tijdens het meten van de juiste kamer-
temperatuur niet wordt gehinderd, bijvoorbeeld doordat
X30
K10
deze in een nis, tussen planken, achter een gordijn, bo-
ven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom van
AA2
een buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook
dichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen
veroorzaken.
S1255PC werkt zonder ruimtesensor, maar indien u de
binnentemperatuur van de woning wilt aflezen van het
display op de S1255PC, moet de ruimtesensor worden
geïnstalleerd. De ruimtesensor is aangesloten op klem-
menstrook X28:13 en op een willekeurige ingang op
klemmenstrook AA2-X29.
Indien er een ruimtesensor wordt gebruikt om de kamer-
temperatuur in °C te wijzigen en/of om de kamertempe-
ratuur te finetunen, moet de sensor worden geactiveerd
in menu 1.3 "Instellingen ruimtesensor".
Als er een ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer
met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weer-
gavefunctie te hebben en geen functie ter controle van
de kamertemperatuur.
BT50
10
11
Externe energiemeter
Er zijn een of twee energiemeters (BE6, BE7) aangeslo-
ten op AA2-X28:1-2 of AA2-X30:7-8.
AA2-X28
12
13
AA2-X29
GND
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-
men tijd in beslag. Korte perioden in combinatie
met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen
merkbaar verschil op in de kamertemperatuur.
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
21