2. De snelheidsgegevens worden elke seconde bijgewerkt.
3. De snelheidsgegevens van Fiets 1 worden op nul ingesteld als
u 4 seconden niet op de fiets rijdt.
De snelheidsgegevens van Fiets 2 worden op nul ingesteld als u
2 seconden niet op de fiets rijdt.
MAX
Max. snelheid
1. Deze functie registreert de maximumsnelheid die u tijdens de rit
heeft bereikt.
2. Als u de computer reset of de batterij vervangt, wordt de
geregistreerde max. snelheid gewist.
AVG Gemiddelde snelheid
1. Deze functie geeft tijdens de rit uw gemiddelde snelheid weer.
2. Als u de computer reset of de batterij vervangt, wordt de
geregistreerde gemiddelde snelheid gewist.
3. Als de rijtijd korter is dan 6 seconden, wordt de tekst '0.0'
weergegeven.
4. De gegevens worden elke seconde bijgewerkt, mits de rijtijd
langer is dan 6 seconden.
5. Als RTM groter is dan 100 uur of DST groter is dan 1000 KM,
stelt de computer de volgende gegevens automatisch in op nul:
RTM (rijtijd), DST (ritafstand), AVG (gemiddelde snelheid).
DST Ritafstand
1. DST verwijst naar de totale afstand die u tijdens een rit heeft
afgelegd.
2. Als u de computer reset of de batterij vervangt, wordt de
geregistreerde ritafstand gewist.
RTM Rijtijd
1. RTM verwijst naar de totale tijd die een rit in beslag heeft
genomen.
2. Als u de computer reset of de batterij vervangt, wordt de
geregistreerde ritafstand gewist.
3.Zodra er een signaal van de wielen binnenkomt, begint de
206