OPLAADSTAPPEN
STAP 1: DESULPHATION
Detectie en reparatie van gesulfateerde accu's. Door een pulserende stroomsterkte en
spanning wordt de sulfaataanslag van de loodplaten verwijderd, zodat de capaciteit van
de accu wordt hersteld.
STAP 2: SOFT START
Het systeem test of de accu lading kan accepteren. Deze stap voorkomt dat u probeert een
defecte accu op te laden.
STAP 3: BULK
Opladen met maximale stroomsterkte tot circa 80% van de accucapaciteit.
STAP 4: ABSORPTION
Opladen met afnemende stroomsterkte tot 100% van de accucapaciteit.
STAP 5: ANALYSE
Het systeem test of de accu lading kan vasthouden. Accu's die geen lading vasthouden,
moeten mogelijk worden vervangen.
STAP 6: RECOND
Selecteer de RECOND-optie als u de reconditioneringsstap in het oplaadproces wilt opne-
men. Tijdens deze stap wordt de spanning verhoogd om een gecontroleerde gasvorming
in de accu te bewerkstelligen. Door de gasvorming wordt het accuzuur 'omgeroerd' en
krijgt de accu nieuwe energie.
STAP 7: FLOAT
De accuspanning wordt op maximaal niveau gehouden door een constante laadspanning.
STAP 8: PULSE
De accucapaciteit wordt gehandhaafd op 95-100%. De acculader controleert de accus-
panning en geeft zonodig een puls om de accu volledig opgeladen te houden.
36 • NL
DE ACCULADER OP EEN ACCU AANSLUITEN
EN ONTKOPPELEN
Comfort
Connect
–
+
+
Comfort
Connect
TIP
Als de accuklemmen niet correct zijn
aangesloten, verhindert de beveiliging
tegen omgekeerde polariteit dat de accu of
de acculader wordt beschadigd.
Voor accu's die in een voertuig zijn
gemonteerd:
1. Sluit de rode klem aan op de pluspool van
de accu.
2. Sluit de zwarte klem aan op het chassis van
het voertuig, op ruime afstand van de
brandstofleiding en de accu.
–
3. Sluit de acculader aan op een
wandcontactdoos.
4. Neem de stekker van de acculader uit de
wandcontactdoos vóórdat u de accu-
lader loskoppelt van de accu.
5. Ontkoppel de zwarte klem vóórdat u de
rode klem ontkoppelt.
Sommige voertuigen hebben een
positief geaarde accu:
1. Sluit de zwarte klem aan op de minpool
van de accu.
2. Sluit de rode klem aan op het chassis van
het voertuig, op ruime afstand van de
brandstofleiding en de accu.
3. Sluit de acculader aan op een
wandcontactdoos.
4. Neem de stekker van de acculader uit de
wandcontactdoos vóórdat u de accu-
lader loskoppelt van de accu.
5. Ontkoppel de rode klem vóórdat u de
zwarte klem ontkoppelt.