Risico op persoonlijke verwondingen indien een
enkel stuk onge controleerd kan gepakt worden
door het draaiend zaagblad.
Ingetrokken/verstrikt raken gevaar!
Snij nooit materialen waaraan koorden, touwen,
linten, kabels of draden zijn bevestigd of die
zulke materialen bevatten.
7.1 Zagen
Om het werkstuk te snijden, moet het
evenwichtig gevoed worden naar het zaagblad
toe, dus richting de achterkant van de tafel.
1. Stel de diepte van de snede in. De
zaagbladkap moet met de voorkant
rusten op de rand van het werkstuk.
2. Stel de kanteling van het zaagblad in en
zet het vast in die positie.
3. Monteer de haaksgeleider, indien nodig.
4. Start de zaag
5. Snij het werkstuk in één trek
6. Zet de machine uit als onmiddellijk erna
geen snijwerk meer moet gedaan
worden.
7.2 Verstekzagen
1. Plaats de verstekgeleider in de tafelgroef
2. Zet de knop los, plaats de geleider in de
gewenste hoek met de indicator en zet de
knop weer vast
3. Houd het werkstuk stevig tegen de
verstekgeleider
4. Snij het werkstuk door de
verstekgeleider naar voor te duwen.
7.3 Haaks zagen met haaksgeleider
1. Zet de haaksgeleider vast in de gewenste
positie op de zaagtafel.
Gebruik een duwhout als de afstand
tussen de haaksgeleider en het zaagblad
kleiner is dan 120 mm.
2. Repositioneer de geleider hulpstuk, de
verlenging indien nodig:
?
Lage hoek (zoals getoond) = voor
het zagen van dunne materialen;
en met een gekanteld zaagblad
?
Hoge hoek = voor het zagen van
dikke materialen (max 65 mm)
3. Kantel het zaagblad en zet vast in positie
4. Start de motor
5. Snij het werkstuk in één enkele
beweging
6. Zet de machine af als er niet
onmiddellijk daarna nog gesneden moet
worden.
7.4 Trekzagen
1. Stel de diepte van de snede in
2. Kantel het zaagblad en zet vast in positie
3. Schuif de verstekgeleider staaf in de
gleuf en houd in positie. Zet vast op de
tafel door aan de lange knop met de klok
mee te draaien.
14
Gevaar!