In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van een geheugenmodule.
Opmerking: De computer ondersteunt vier geheugenmodules.
1. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap verwijderen" op pagina 11.
Opmerking: Bij deze procedure is het handig als u de computer op de zijkant
zet.
2. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie "Onderdelen op de
systeemplaat" op pagina 9.
3. Verwijder de geheugenmodule die u wilt vervangen door de klemmetjes naar
buiten te bewegen (zie afbeelding).
Figuur 29. De geheugenmodule verwijderen
4. Plaats de vervangende geheugenmodule boven op de geheugenaansluiting.
Zorg ervoor dat uitsparing 1 van de geheugenmodule lijnt met de punt 2
op de systeemplaat. Duw de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de
klemmetjes vastklikken.
Figuur 30. De nieuwe geheugenmodule installeren
5. Ga naar Hoofdstuk 4, "Het vervangen van de onderdelen voltooien", op pagina
39.
Hoofdstuk 3. Opties installeren en hardware vervangen
31