6
EFFECTS
Met de EFFECTS-regelaar bepaalt u het signaalaandeel van
het kanaal, dat naar het effectapparaat geleid wordt. Hoe meer
u de regelaar naar rechts draait, des te meer effect wordt op het
signaal toegepast. Bij naar links draaien wordt het signaal niet
van effect voorzien.
BAL
Met de BAL-regelaars van de monokanalen stelt u de verdeling
van het signaal in het stereopanorama (Links/Rechts), respectie-
velijk voor de beide monokanalen. Wanneer de regelaar:
volledig naar links gedraaid is, wordt het signaal alleen via de linker-
•
zijde, het LEFT/MAIN-kanaal weergegeven.
volledig naar rechts gedraaid is, wordt het signaal alleen via de
•
rechterzijde, het RIGHT/MAIN-kanaal weergegeven.
Wanneer de regelaar ergens tussen deze twee eindposities
gedraaid wordt, wordt het signaal overeenkomstig de positie
verdeeld tussen LEFT/MAIN en RIGHT/MAIN.
Met de BAL-regelaar van de stereokanalen kunt u de volume-
verhouding tussen het linker- en rechter ingangssignaal van een
stereo geluidsbron instellen. Wanneer de regelaar:
volledig naar links gedraaid is, wordt alleen de linker
•
signaalcomponent van de stereo geluidsbron via het
LEFT/MAIN-kanaal weergegeven.
volledig naar rechts gedraaid is, wordt alleen de rechter
•
signaalcomponent van de stereo geluidsbron via het
RIGHT/MAIN-kanaal weergegeven.
Wanneer de regelaar ergens tussen deze twee eindposities
gedraaid wordt, worden de linker en rechter signaalcomponent
overeenkomstig de positie verdeeld tussen LEFT/MAIN
en RIGHT/MAIN.
CLIP
De CLIP-Led geeft door op te lichten een overmodulatie in het
desbetreffende kanaal aan. Wanneer de LED regelmatig oplicht,
dient u het niveau van het kanaal van dat moment met de
LEVEL-regelaar en/of de PAD-schakelaar te reduceren.
LEVEL
De LEVEL-regelaar dient voor het instellen van het geluidsvo-
lume van het kanaalsignaal. Wanneer de CLIP-LED oplicht,
moet het niveau met deze regelaar gereduceerd worden.
EUROPORT EPA900 Bedieningshandleiding
3.4
Extra aansluitingen
De EPA900 beschikt over extra in- en uitgangen alsook over een
voetschakelaaraansluiting.
Fig. 3.4: Connectors for additional devices
STEREO AUX IN
De STEREO AUX IN-bussen zijn als gescheiden 6,3-mm-
jackplugaansluitingen en als 3,5-mm-stereojackplugaansluiting
uitgevoerd. Hier kunt u extra apparaten met regelbaar line-
niveau aansluiten (bijv. mixers, md-speler). Het signaal gaat
zonder verdere regelmogelijkheden rechtstreeks naar de uit-
gangbussen. Gebruik ofwel de mini-jackplugbus ofwel de beide
6,3-mm-bussen, niet beide aansluitingen tegelijk. Voor mono-
bronnen dient u de LEFT-aansluiting te gebruiken.
EFFECTS FOOTSW
De EFFECTS FOOTSW-bus dient voor de aansluiting van
een voetschakelaar. Met een voetschakelaar kunt het effect
aan- en uitschakelen.
SUB OUT
Aan de SUB OUT-bus kunt u een actieve subwoofer aansluiten.
TAPE OUT
Aan de TAPE OUT-bus kunt u een 2-spoor recorder
(DAT, MD etc.) aansluiten. De beide bussen leiden het signaal
naar de uitgangsbus.
SPEAKER OUTPUTS
De SPEAKER OUTPUTS-aansluitingen aan de achterzijde
dienen voor de aansluiting van de meegeleverde luidsprekers.
Afb 3.5: Voedingsaansluitingen voor passieve luidsprekers