3. Verwijder de tape waarmee de connectorvergrendeling van de beeldschermkabel op de systeemkaart is bevestigd.
4. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart.
5. Trek de tape los die de kabelconnector van de voedingsadapterpoort op de systeemkaart bedekt.
6. Trek de kabel van de netstroomadapterpoort los uit de systeemkaart.
7. Trek de Mylar die de systeemkaart bedekt los en verwijder deze.
8. Koppel de ventilatorkabel los.
9. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de I/O-kaart los.
10. Trek de tape los waarmee de beugel van de USB Type-C-poort wordt bedekt.
11. Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de USB Type-C-poortbeugel wordt bevestigd aan de systeemkaart.
12. Til de USB Type-C-poortbracket van de systeemkaart.
13. Maak de luidsprekerkabel los van de systeemkaart.
14. Koppel de touchpadkabel los van de systeemkaart.
15. Koppel de kabel van de toetsenbordverlichting los van de systeemkaart.
16. Koppel de toetsenbordkabel los van de systeemkaart.
17. Verwijder de twee (M2x3) schroeven waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
18. Til de systeemkaart weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
De systeemkaart plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
59