Inhoudsopgave
Advertenties
Als het emissiviteitssymbool (H) knippert, kunt u de emissiviteitswaarde
instellen met de knop omhoog (4) en/of de knop omlaag (6)
2.
°C/°F
Dit apparaat kan de gemeten temperatuur weergeven in °C of in °F
Als het °C of het °F-symbool (F) knippert, kunt u de meeteenheid wijzigen
met de knop omhoog (4) en/of de knop omlaag (6)
3.
Hoog alarmniveau (H.AL) Aan/Uit
U kunt een hoog alarmniveau instellen als u wilt dat de Temppointer 9 u
waarschuwt wanneer de gemeten temperatuur hoger is dan de ingestelde
H.AL-temperatuur.
Als het H.AL-symbool (D) knippert en er "on" of "off" op het scherm ver-
schijnt, kunt u de H.AL-functie in- of uitschakelen met de knop omhoog (4)
en/of de knop omlaag (6).
4.
Hoog alarmniveau (H.AL)
U kunt de maximaal toegestane temperatuur kiezen. Als de gemeten tem-
peratuur hoger is dan deze temperatuur en de H.AL-functie is ingeschakeld
(zie stap 3), dan zal de Temppointer 9 u waarschuwen door een geluid te
maken en een knipperend H.AL-symbool (D). Temperaturen kunnen worden
ingesteld tussen -50 en 800 °C (-58 tot 1472 °F).
Als het H.AL-symbool (D) knippert en er een waarde op het scherm ver-
schijnt, kunt u het hoge alarmniveau wijzigen met de knop omhoog (4) en/of
de knop omlaag (6).
5.
Laag alarmniveau (L.AL) Aan/Uit
U kunt een laag alarmniveau instellen als u wilt dat de Temppointer 9 u
waarschuwt wanneer de gemeten temperatuur lager is dan de ingestelde
L.AL-temperatuur.
Als het L.AL-symbool (E) knippert en er "on" of "off" op het scherm verschijnt,
kunt u de L.AL-functie in- of uitschakelen met de knop omhoog (4) en/of de
knop omlaag (6).
6.
Laag alarmniveau (L.AL)
U kunt de minimaal toegestane temperatuur kiezen. Als de gemeten tempe-
ratuur lager is dan deze temperatuur en de L.AL-functie is ingeschakeld (zie
stap 5), dan zal de Temppointer 9 u waarschuwen door een geluid te maken
en een knipperend L.AL-symbool (E). Temperaturen kunnen worden inge-
steld tussen -50 en 800 °C (-58 tot 1472 °F).
Als het L.AL-symbool (E) knippert en er een waarde op het scherm verschijnt,
kunt u het lage alarmniveau wijzigen met de knop omhoog (4) en/of de knop
omlaag (6).
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt het symbool voor Laag vermogen (G) op
het scherm. De 2x AAA-batterijen moeten worden vervangen.
Open het batterijdeksel (12), verwijder de batterijen en vervang ze door nieuwe.
(Let op de polariteit van de batterijen.) Plaats het batterijdeksel terug op zijn
plaats.
ONDERHOUD
Reparaties of onderhoud worden niet behandeld in deze handleiding en mogen
alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde, geschoolde technici. Maak de
behuizing regelmatig schoon met een droge doek. Gebruik geen schuurmid-
delen of oplosmiddelen op dit apparaat. Gebruik voor onderhoud of reparaties
alleen de door de fabrikant gespecificeerde onderdelen.
Advertenties
Inhoudsopgave
