Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE
6.1 OPERATIONELE VOORWAARDEN:
Het luchtgordijn is ontworpen voor gebruik in een droge om-
geving binnen bij omgevingstemperaturen tussen 5°C tot
+40°C, een maximale relatieve luchtvochtigheid van 80%, en
om lucht vrij van grof stof, vet, chemische dampen en andere
vervuiling te transporteren. De elektrische bescherming is IP
20 (tegen deeltjes groter dan 12,5 mm, niet beschermd tegen
water).
Gordijnen met elektrische verwarming zijn uitgerust met
een operationele thermostaat met automatische reset (be-
vindt zich op elke verwarming) een noodthermostaat met
handmatige reset.
De waterwisselaars zijn ontworpen voor een maximale
watertemperatuur van +100°C en maximale druk van 1.6
MPa.
6.2 INSTALLATIEVOORWAARDEN
De installatie en samenstelling van de eenheid mag alleen
worden uitgevoerd door een geschikt gekwalificeerd per-
soon, die over het juiste gereedschap beschikt!
Er worden standaard 2 montagebeugels en 4 bouten meege-
leverd bij het product.
Als de eenheid gemonteerd moet worden op draadstangen,
moeten deze apart worden besteld. De volgende regels moe-
ten in acht worden genomen voor de juiste functie van de
eenheid.
LET OP
minimale afstanden moeten worden aangehouden (zie
•
afb. afstanden) wat betreft de ontvlambaarheid van mate-
rialen.
de afstanden betreffende ontvlambaarheid van materialen
•
zijn bepaald door de architect, waarbij de toepasselijke be-
palingen op de installatielocatie in acht zijn genomen.
de eenheid mag alleen in de horizontale positie worden
•
geïnstalleerd
er moet minimaal 200 mm vrije ruimte aan de voorzijde
•
van de aanzuigkap aanwezig zijn voor de juiste werking
van de eenheid
de uitlaat moet zich zo dicht mogelijk bij de deur of de gor-
•
dijnopening bevinden
het gordijn moet minimaal 100 mm voorbij beide zijden
•
van de opening uitsteken
als het gordijn boven een deur wordt geïnstalleerd, plaats
•
het gordijn dan zo dicht mogelijk bij de bovenste grens van
de deur. Zorg ervoor dat de inlaat en uitlaat niet worden
geblokkeerd en dat de lucht vrij kan stromen, zie afb.
6
6
min. 100 mm
min. 200 mm
min. 50 mm*
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
6.3 HET SCHERM OPHANGEN:
Afstanden tot vaste obstakels
min. 100 mm
min. 50 mm*
Als er een raam boven de deur zit of ander materiaal dat de
installatie met de beugels onmogelijk maakt, kan de eenheid
met de draadstangen aan het plafond worden gehangen,
aan de pluggen (zie hieronder).
Installatie met montagebeugels
U HEBT NODIG
4x pluggen (niet meegeleverd)
4x bouten (niet meegeleverd)
Meet de gaten aan de wand overeenkomstig de afmetings-
grafiek op (zie "Afmetingen") (neem de installatieregels in
acht). Vergeet niet om te kiezen of de eenheid geïnstalleerd
moet worden overeenkomstig A of B en stel de hoogte over-
eenkomstig de opening in! Steek de schroeven, waarmee de
beugels zijn bevestigd, in de opening aan de achterkant van
het gordijn (slechts gedeeltelijk in het gordijn) en hang het
gordijn hieraan. Controleer of het gordijn correct is beves-
tigd om vallen te voorkomen
min. 100mm
min. 200mm
min. 200 mm
Advertenties
Inhoudsopgave
