10. Swingfunctie
ASYB09-18
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Druk op de SWING toets van de afstandsbediening. De SWING display wordt zichtbaar. In deze stand
zullen de luchtuitblaaslamellen automatisch op en neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom.
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING toets. De SWING display verdwijnt. De luchtuitblaaslamellen komen
terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden swingfunctie
• Het SWING-bereik is afhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid.
• De luchtrichting kan niet worden ingesteld tijdens de SWING-functie.
• De swingfunctie kan tijdelijk stoppen als de ventilator niet in werking is of als deze op zeer lage
snelheid draait.
Tijdens koelen/ontvochtigen:
Tijdens verwarmen:
ASYB24
Selecteren van de swing functie
Druk op de SWING-toets. Het SWING-lampje gaat branden. Elke keer als de toets wordt ingedrukt,
verandert de functie als volgt:
OP/NEER
STOP
Stoppen van de swing functie
Druk op de SWING-toets en selecteer STOP. De luchtrichting gaat terug naar de oorspronkelijk
gekozen instelling.
Bijzonderheden swingfunctie
• Het SWING-bereik is afhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid.
• De luchtrichting kan niet worden ingesteld tijdens de SWING-functie.
• De swingfunctie kan tijdelijk stoppen als de ventilator niet in werking is of als deze op zeer lage
snelheid draait.
• Als de insteltoets (verticaal) wordt ingedrukt tijdens de OP/NEER-functie, dan stopt deze; wordt
de insteltoets (horizontaal) ingedrukt tijdens de LINKS/RECHTS-functie, dan wordt deze functie
gestopt.
Tijdens koelen/ontvochtigen:
Tijdens verwarmen:
• OP/NEER: De luchtuitblaaslamellen bewegen op- en neer.
• LINKS/RECHTS: De luchtuitblaaslamellen bewegen heen en weer.
• OP/NEER/LINKS/RECHTS: De luchtuitblaaslamellen bewegen zowel op- en neer als heen en weer.
16
Swing tussen 1 en 3
Swing tussen 3 en 7
LINKS/RECHTS
OP/NEER/LINKS/RECHTS
Swing tussen 1 en 4
Swing tussen 3 en 6