* Schakel het apparaat nooit uit terwijl de CHECK-indicator snel
knippert.
* Deze instelling wordt behouden, zelfs wanneer het apparaat
wordt afgesloten.
Het tempo instellen met de pedaalschakelaar
1. Selecteer de modus.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de te gebruiken modus te
selecteren.
* De tempo-invoer is niet mogelijk in de WARP/GLT/LOOP-modi.
2. Schakel om naar de TEMPO-modus.
Houd de pedaalschakelaar minstens twee seconden ingedrukt
(de CHECK-indicator licht groen op).
* Als u een voetschakelaar (de FS-5U, FS-6, FS-7; apart
verkrijgbaar) op de TEMPO/EXP-aansluiting aansluit, kunt u
niet naar de TEMPO-modus gaan door de pedaalschakelaar
in te drukken.
3. Begin met het invoeren van het tempo.
Druk op de pedaalschakelaar op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song (de CHECK-indicator
knippert rood/groen).
De delaytijd wordt ingesteld op basis van het tempo en de TAP
DIVISION-waarde.
Als TAP DIVISION bijvoorbeeld is ingesteld op een
gepunteerde achtste noot (WARM) en u drukt de
pedaalschakelaar in op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song, wordt het
tempo berekend op basis van die afstand en het delay
wordt toegepast met een lengte van een gepunteerde
achtste noot bij het berekende tempo.
4. Stop met het invoeren van het tempo.
Houd de pedaalschakelaar minstens twee seconden ingedrukt
om de instelling te voltooien (de CHECK-indicator licht rood op).
* Het tempo kan mogelijk tijdelijk worden verstoord wanneer u
van stap 3 naar stap 4 gaat.
* Als u aan de [TIME]-regelaar draait, wordt de delaytijd
opnieuw ingesteld op de tijd die wordt aangegeven door de
positie van de regelaar.
Tempodelay gebruiken
11