Digitale ingang voor dag/nacht schakelen
De digitale ingang kan worden ingesteld voor dag/nacht schakelen (P810). Een handmatige
bediening overruled de digitale ingang totdat de digitale ingang verandert. Indien de digitale ingang
wordt overruled knippert de betreffende LED boven de UP of DOWN toets. Na een eventuele
spanningsonderbreking is de handmatige overrule opgeheven en is de digitale ingang weer
leidend.
Digitale ingang voor sperren regelfuncties
De digitale ingang kan worden ingesteld voor het sperren van de regelfuncties (P810).Tijdens het
sperren zijn geen regelfuncties actief, worden eventuele reeds aanwezige alarmen gereset en geen
nieuwe alarmen gegenereerd. De voelerwaarden, setpoints en parameters kunnen wel worden
bekeken en aangepast.
Gedurende het sperren worden er 4 liggende streepjes ("- - - -") in het onderste display getoond.
Regelvertraging na spanningsonderbreking
De regelaar ondersteunt een regelvertraging na een spanningsonderbreking (power failure). Indien
ingesteld (P830) zal nadat de regelaar (opnieuw) van voedingsspanning is voorzien gedurende de
regelvertraging geen regelfunctie worden uitgevoerd.
De voelerwaarden, setpoints en parameters kunnen wel worden bekeken en aangepast.
Gedurende de regelvertraging wordt de nog resterende tijd knipperend in het onderste display
getoond.
* Alarmen
Als er een alarm optreedt brandt de LED boven de RESET ALARM toets. In het bovenste display
worden de alarm meldingen weergegeven. Met de RESET ALARM toets kunnen de alarmen een voor
een worden gereset. Als alle alarmen zijn gereset dooft de LED boven de RESET ALRM toets. Door
de PRG en RESET ALARM toetsen tegelijk in te drukken kunnen alle alarmen in een keer worden
gereset. Per relais/analoge uitgang is met parameters in te stellen wat er bij de verschillende alarm
situaties dient te gebeuren. Een alarm situatie is opgeheven als de oorzaak is weggenomen en het
alarm is gereset met de RESET ALARM toets.
Alarm meldingen
In het bovenste display kunnen de volgende alarm meldingen verschijnen:
Lo.<x>
Hi.<x>
FE
F.<x>
E.<x>
A.1
Opmerkingen m.b.t. alarmen:
1.
Indien een trap (relais/analoge uitgang) is ingesteld voor de functie waak- of regel- alarm
geldt dat voor de alarmen van alle gebruikte thermostaten, dus niet per thermostaat.
2.
Indien een voeler storing optreedt komt er een E.<x> alarm melding op het bovenste
display. Tevens zal de LED van de betreffende voeler knipperen als die voeler door de
geselecteerde thermostaat wordt gebruikt. De voeler in storing wordt dan niet meer voor
de regeling gebruikt, totdat de oorzaak van de storing is opgeheven en het alarm is
gereset.
3.
Indien voor een thermostaat voeler keuze 0 (gemiddelde van de aanwezige storingsvrije
voelers) is ingesteld, stopt de regelfunctie niet door 1 voeler storing mits er er nog een
andere voeler storingsvrij beschikbaar is. De LED van de voeler in storing zal knipperen,
de LED van de andere storingsvrije voeler zal constant branden.
4.
Indien voor een thermostaat een F.<x> alarm (geen storingsvrije voelerwaarde
beschikbaar) wordt gemeld, worden de aan die thermostaat gekoppelde trappen
(relais/analoge uitgang) aangestuurd conform parameter P515, P535, P555 en P715
totdat de oorzaak van de alarm is opgeheven en het F.<x> alarm is gereset.
VDH Products B.V.
Minimum temperatuur alarm van thermostaat <x>
Maximum temperatuur alarm van thermostaat <x>
Extern Alarm
Geen storingvrije voelerwaarde beschikbaar voor thermostaat <x>
Voeler <x> storing
Alle thermostaten uit (P201, P221 en P241)
Doc. 100472 v2.0
Pagina 6