Elektrische aansluiting
Aansluiting geleidbaarheidselektrode
Voor de aansluiting van de geleidbaarheidselektrode gebruikt u meeraderige, afgeschermde stuurkabel
met een minimale doorsnede van 0,5 mm2, bijv. LiYCY 3 x 0,5 mm2.
Sluit de afscherming slechts eenmaal aan op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast.
Bezet de klemmen van de aansluitplaat conform fig. 9.
Kabellengte tussen geleidbaarheidselektrode en -regelaar max. 30 meter. Bij een geleidbaarheid
van 1-10 μS/cm max. 10 m.
LRG 16-4,. vierpolige stekker bezetten
1. Schroef a losdraaien. Fig. 8
2. Bovendeel stekker c van de geleidbaarheidselektrode aftrekken, afdichtring e op de contactplaat
f laten liggen.
3. Deksel b afnemen.
4. Aansluitplaat d uit het bovendeel van de connector c drukken.
Het bovendeel van de connector kan in 90°-stappen worden verdraaid.
5. Kabelwartel h en trekontlasting g bovendeel connector c demonteren.
6. Kabel door kabelwartel h en bovendeel connector c trekken en de klemmen van de aansluitplaat
d conform het aansluitschema i aansluiten.
7. Aansluitplaat d in het bovendeel van de connector drukken, kabel uitrichten.
8. Kabel met trekontlasting g en kabelwartel h vastzetten.
9. Deksel d plaatsen en schroef a insteken.
10. Bovendeel connector op de niveauelektrode plaatsen en met de schroef a vastzetten.
11. Bij inbouw van meerdere elektroden in een stoomketel of container moet u de vierpolige connector
markeren met het elektrodentype en de functie.
Opgelet
Houd de gebruiksaanwijzingen van de geleidbaarheidsschakelaar LRS 1-50 en de
n
geleidbaarheidsregelaars LRR 1-50 en LRR 1-52.. aan.
Installeer de verbindingskabel tussen de apparaten gescheiden van krachtstroom-
n
kabels.
Controleer de aansluiting van de afscherming op het centrale aardingspunt (ZEP) in
n
de schakelkast.
vervolg
13