Tips
1. Installeer / monteer de camera niet op een locatie die het zicht en
de veiligheid van de bestuurder verstoort.
2. Installeer / monteer de camera dicht bij de achteruitkijkspiegel
zodat beide zijden van de scène die wordt opgenomen gelijkmatig
worden bedekt door het gezichtsveld van de camera.
3. Om helder zicht op regenachtige dagen te garanderen, moet de
lens binnen het bereik van de ruitenwissers worden geplaatst.
4. Installeer / monteer de camera niet op of in de buurt van
airbagpanelen.
5. Installatie / montageplaats mag niet worden beïnvloed door
zonwerende folie (venstertint). Er wordt niet geadviseerd om andere
elektronische apparaten in de buurt van de camera te gebruiken dit
kan ten kosten gaan van de prestaties.
Let op:
Installeer / monteer de camera of kabels niet in de buurt van een
airbagpaneel of binnen het werkbereik van de airbag. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor letsel of overlijden als gevolg van het gebruik
van de airbag.
Installatie
13
Weergave overzicht
2018 03 26
08 26 15
:
:
/ /
Werkwijze
In- en uitschakelen
1.
Wanneer u de motor start, wordt de camera ingeschakeld en
begint de opname automatisch.
Wanneer u de motor uitzet of de laadkabel loskoppelt van de
2.
stroomadapter, stopt de camera met opnemen en wordt deze
uitgeschakeld.
Druk lang op de knop [
3.
schakelen
Loop opname
1.
Plaats een micro SD-kaart in de kaartsleuf van de camera en de
automatische lusopname begint zodra de camera de stroom detecteert.
2.
Tijdsbestek voor elk videobestand is 1/2/3/5/10 minuten.
3.
Als er onvoldoende ruimte op de Micro SD-kaart is, worden de oudste
bestanden automatisch overschreven (één voor één).
Loop-opnamebestanden worden opgeslagen op SD-kaart: map / DCIM /
4.
MOVIE
Werkwijze
Opnamemodus
00:00:20
Opnametijd
00:00:00
1080P60
Videoresolutie
1080P6 0
Opnamestatus
Noodvergrendeling
Microfoon
Wi-Fi
SD Kaart
] om de camera handmatig in- of uit te
14