1
3
1
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2
Open de bovenklep(
3
Verwijder het filter uit het apparaat. Gooi het gebruikte filter weg.
4
4
Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het nieuwe filter.
5
Plaats het nieuwe filter in het apparaat.
6
Plaats de bovenklep van het filter (
(
).
2
6 Opbergen
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2
Maak het apparaat, het bevochtigingsfilter en het oppervlak van het zuiveringsfilter schoon (zie
het hoofdstuk 'Reiniging en onderhoud').
3
Laat alle onderdelen goed drogen voordat u ze opbergt.
4
Wikkel de filters in luchtdichte plastic zakken.
5
Bewaar het apparaat en de filters op een koele, droge plek.
6
Was uw handen altijd grondig na hantering van de filters.
2
S
2
1
) en open vervolgens de bovenklep van het filter (
5
5 5
F Y 3 4
2
1
) en plaats vervolgens de bovenklep van het waterreservoir
3
1
2
6
).
2
1
NL
17