2.
Open de scannerklep.
3.
Reinig de scannerglasplaat (1) en de stroken voor documentinvoer (2, 3) met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel.
3
2
VOORZICHTIG:
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of
tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer. Deze kunnen het apparaat beschadigen. Spuit geen
vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze beschadigen.
OPMERKING:
Als u last hebt van strepen op de kopieën wanneer u de documentinvoer gebruikt,
maak dan de kleine glasstroken aan de linkerkant van de scanner schoon (2, 3).
4.
Droog de scannerglasplaat en de witte plastic onderdelen met een zeemleren spons of
cellulosespons om vlekken te voorkomen.
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten
1
187