Problemen opsporen en verhelpen
PROBLEEM
Het spuitapparaat werkt helemaal niet
EN
Het statuslampje van de
besturingskaart knippert 3 keer
herhaaldelijk
Het spuitapparaat werkt helemaal niet
EN
Het statuslampje van de
besturingskaart knippert 5 keer
herhaaldelijk
32
Wat te controleren
Controleer de omvormer of de
aansluitingen van de omvormer
(de besturingskaart neemt geen
druksignaal waar).
De besturing geeft de motor opdracht
om te werken, maar de motoras draait
niet. De rotor is misschien
geblokkeerd, tussen motor en
besturing is een verbinding
onderbroken, er is een probleem met
de motor of de besturingskaart, of de
motor trekt te veel stroom.
Controleren
Zet de ON/OFF-schakelaar op OFF en
ontkoppel de stroomvoorziening van
het spuitapparaat.
Controleer de omvormer en de
aansluitingen naar de besturingskaart.
Haal de stekker van de omzetter los
van de aansluiting op de
besturingskaart. Controleer of de
contacten van de omzetter en de
besturingskaart schoon zijn en goed
vast zitten.
Sluit de omvormer weer aan op de
connector op de besturingskaart.
Sluit de stroom aan, zet de
ON/OFF-schakelaar op ON en draai
de regelknop een halve slag met de
klok mee. Als het spuitapparaat niet
werkt, zet u de ON/OFF-schakelaar op
OFF en gaat u naar de volgende stap.
Sluit een geteste, goed werkende
omvormer aan op de connector op de
besturingskaart.
Zet de ON/OFF-schakelaar op ON en
de regelknop een halve slag met de
klok mee. Als het spuitapparaat nu wel
werkt, moet u een nieuwe omvormer
installeren. Vervang de besturingskaart
als het spuitapparaat niet werkt.
Controleer de weerstand van de
omvormer met een ohmmeter (minder
dan 9 kohm tussen rode en zwarte
draden en 3 tot 6 kohm tussen groene
en gele draden).
1.Verwijder de pomp en probeer om
het spuitapparaat te doen draaien.
Als de motor draait, controleert u op
een vergrendelde of geblokkeerde
pomp of aandrijflijn. Als het
spuitapparaat niet werkt, gaat u door
naar stap 2.
2.Zet de ON/OFF-schakelaar op OFF
en ontkoppel de stroomvoorziening
van het spuitapparaat.
3.Haal de motoraansluiting(en) los van
de connectors op de
besturingskaart. Controleer of
contacten van de motorconnector de
besturingskaart schoon zijn en goed
vast zitten. Als de contacten schoon
zijn en goed vast zitten, gaat u naar
stap 4.
4.Zet het spuitapparaat op OFF (uit) en
draai de motorventilator 1/2 draai.
Start het spuitapparaat weer. Als het
spuitapparaat werkt, vervang dan
het schakelbord. Als het
spuitapparaat niet draait, gaat u door
naar stap 5.
3A6496L