- Detail bedrading:
20
21
22
23
A
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
A
5V
A
B
B
D1
TERMINAL
V300
POWER IN
V300
230 V
TMZ
N
L
10A
EH
01
02
03
04
05
06
07
D
Zonetimer
20
21
22
23
A
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
A
5V
A
B
B
D1
MASTER
SLAVE
TERMINAL
POWER IN
V300
230 V
N
L
10A
EH
01
02
03
04
05
06
07
D
individueel
NB: aangezien meerdere draden op dezelfde klem zijn aangesloten, controleer of deze correct getwist zijn alvorens ze in hun
bijbehorende klem worden gestoken.
C) Voor aanpassing van de bedrading (bijvoorbeeld bij afscheiding van kantoorruimtes)
- De buskabel kan worden doorgesneden en met een vertakking kan het nieuwe apparaat (Master of Individueel, houd
rekening met de polariteiten en de doorlopende afscherming) van voeding worden voorzien: de nieuwe ontstane vertakking
mag niet langer zijn dan 5 m.
- Buskabel terug te voeren naar de Slave-ingang, klem 24-A / 25-B van het nieuwe apparaat
1e keer INSCHAKELEN
1/ Stel vooraf de zones in op de comfortunits: zie hieronder
2/ Ken het zonenummer toe aan de timer: zie hieronder
3/ Controleer d08 voor iedere Comfortunit (d08 = 1 verbinding in orde: om te controleren of alle apparaten goed zijn aangesloten
op de zonetimer en of ze de daarna uitgevoerde instellingen overnemen.
4/ Stel de algemene timer in: uren - minuten - dag van de week: zie p20 (§ 4 Instelling timer)
5/ Stel eventueel de tijdvensters per zone in: zie hieronder en p15 (§ 1 Tijdinstelling)
Toewijzen van de zones (maximaal 6)
A) Op iedere regelaar V300 van de comfortunits master of individueel:
- Stel het P01 "Zonenummer" voor de gewenste zone in (zie handleiding N12-53)
- Alle apparaten waarvan P01 = 1 worden toegewezen aan zone 1, etc...
B) Op de zonetimer:
- Stel het bijbehorende P66 "Zonenummer" in (zie niveau "Inbedrijfstelling"/standaard: 6 zones)
- M et P67 kan een extra zone worden toegewezen met de naam "1-6" voor de automatische aan/uit-bediening van een
hulpuitrusting zoals een afzuiging of koelgroep (via relaisuitgang 230V EH)
Volgorde van prioriteit van de werkstanden
De door de zone aangenomen werkstand is afhankelijk van de volgende prioriteiten (van belangrijkste naar minste belangrijke):
- Stand geforceerd door ingang D2
- Stand met handmatige ontheffing via de zonetimer
- Stand gedefinieerd door het tijdprogramma
Gecentraliseerde change-over
Standaard (fabrieksinstellingen) is de change-over: lokaal voor de comfortunits en voor de zonetimer.
In geval van een gecentraliseerde change-over
- Zorg dat de change-oversensor op de zonetimer aanwezig is op klem ┴ - S2 / 33-34
- Stel parameter P60 in op 1
Totale lengte TMZ tot de laatste V300
master of individueel: max. 200m
30
31
D2
20
21
A
20
21
5V
TERMINAL
30
31
D2
01
D
3A
F1
08
22
23
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
A
A
B
B
D1
D2
MASTER
SLAVE
POWER IN
V300
230 V
3A
N
L
10A
EH
F1
02
03
04
05
06
07
08
individueel
NL - 9
20
21
22
23
A
20
21
22
23
24
25
26
5V
A
B
A
B
MASTER
SLAVE
TERMINAL
POWER IN
V300
230 V
N
01
02
03
04
05
D
20
21
22
23
24
25
26
5V
A
B
A
B
MASTER
SLAVE
TERMINAL
POWER IN
V300
230 V
N
01
02
03
04
05
D
max. 15m
(slaves)
27
28
29
30
31
D1
D2
3A
L
10A
EH
F1
06
07
08
Master
27
28
29
30
31
D1
D2
3A
L
10A
EH
F1
06
07
08
Slave
NL
NL 14.13 A