Over het algemeen wordt een actief leven aanbevolen. Met inachtneming van bep-
aalde beperkingen kan deze orthese bij sommige sportactiviteiten worden gebrui-
kt. Elk geval is echter individueel. Bespreek uw dagelijkse activiteiten en speciale
behoeften met uw orthesist en volg zijn/haar advies op om een veilig gebruik van uw
AFO te garanderen.
Als u een ongewoon ongemak ervaart tijdens het dragen van de orthese, stop dan
met het gebruik en raadpleeg uw orthesist.
3.4. Schoenen en andere onderdelen
De orthese mag altijd alleen worden gebruikt in combinatie met schoenen, inlegzo-
len, vulling, riemen en andere onderdelen die zijn goedgekeurd door uw orthesist.
Een AFO met een verkeerde schoen kan zijn functionaliteit verliezen en zelfs een
ongeluk veroorzaken.
Er moeten bepaalde tussenlagen zijn tussen de orthese en het been om huidbeschad-
iging (irritaties, zweren en andere) te voorkomen.
Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie.
3.5. Huidcontrole
Het wordt aanbevolen om elke keer na gebruik van de orthese het been te onder-
zoeken. Als u huidirritatie of blaren ziet of enig ongemak voelt, stop dan met het geb-
ruik van de orthese en neem contact op met uw orthesist. Wees vooral voorzichtig als
u diabetes hebt.
3.6. Dagelijkse controle van de orthese
Controleer uw orthese dagelijks op mogelijke schade, slijtage of de vorming van
materiaalplooien. Als u iets opmerkt, gebruik de orthese dan niet verder en neem
contact op met uw orthesist.
Wees voorzichtig met een gebroken orthese - gebarsten koolstofonderdelen kunnen
scherp zijn en letsel veroorzaken.
Controleer of de riem, voering en inlegzolen niet versleten zijn. Neem in dat geval
contact op met uw orthesist voor vervanging.
3.7. Aanpassing van de orthese
U mag uw orthese op geen enkele manier snijden, verwarmen of wijzigen; dit kan
immers leiden tot schade of de functionaliteit van het medische hulpmiddel vermin-
deren. Wijzigingen mogen alleen door uw orthesist worden uitgevoerd.