Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Appendix D
Regelaaradres
Baud
DANBUSS
DANBUSS datalink Master
Datagram
DCE
DTE
Handshake
Netwerk
Polling
Router
Routertabel
Systeemadres
AKA 245

Terminologie

Alle units in een netwerk hebben een adres. De adressen hebben betrekking op het netwerk waaraan
de unit is gekoppeld. In ieder netwerk heeft iedere unit een uniek adres. De adressen variëren van
1 - 125 (behalve 124).
Eenheid voor de datacommunicatiesnelheid.
Een datacommunicatiesysteem ontwikkeld door Danfoss A/S voor communicatie tussen regelaars.
De unit met de masterfunctie in een netwerk (datalink), die de berichtenvolgorde afhandeld. De unit
die de masterfunctie verzorgt on een netwerk heeft alrijd adres Nr. 125. Dit is meestal een AKA 245
gateway. Er is maar één unit in een netwerk die als master kan worden aangewezen.
In een netwerk zonder AKA 245 units wordt de AKA 21 automatisch de master.
Dit is een pakketje met een bericht verzonden via DANBUSS. Het kan bijvoorbeeld een verzoek zijn
voor een bepaalde parameter of een nieuwe referentiewaarde voor een regelaar, etc. Een datagram in
een DANBUSS systeem kan max. 127 bytes bevatten waarvan 110 bytes kan bestaan uit informatie.
"Data Communicating Equipment". Modem gerangschikt als DCE.
"Data Terminal Equipment". AKA 245 en PC's gerangschikt als DTE.
Controle signaal voor een interface, bijv. RS 232.
Het controle signaal ziet erop toe dat de datacommunicatie "gedisciplineerd" verloopt.
Als een 'handshake' gebruikt wordt moeten beide interfaces accoord zijn.
AKA 245 en tot max. 123 van adres voorziene units vormen samen een netwerk.
Een aansluiting tussen een gateway en een PC is een onafhankelijk netwerk.
Een aansluiting tussen een gateway en een modem is géén onafhankelijk netwerk.
Het DANBUSS systeem is een combinatie van meerdere netwerken. De individuele netwerken
krijgen een individueel nummer. Dit netwerknummers is onderdeel van een DANBUSS systeemadres.
Netwerknummers lopen van 0 - 255.
Een methode voor het behouden van "orde en netheid" in een datacommunicatiesysteem.
Eén unit is genomineerd als master. Deze unit zorgt ervoor dat andere units tijd hebben om te kunnen
communiceren, één voor één. Op deze manier wordt er maar één bericht per keer door het DANBUSS
systeem verzonden.
Het gedeelte dat ervoor zorgt dat de datagrammen ontvangen worden door de juiste units.
In principe moet iedere unit in het DANBUSS systeem een routerfunctie bevatten maar in bepaalde
gevallen is één routerfunctie per netwerk voldoende.
De router maakt gebruik van een tabel voor het versturen van de datagrammen.
Een tabel bevat informatie over hoe een DANBUSS systeem is opgebouwd alsook telefoonnummers in
geval van een modemgateway.
De systeembeheerder moet deze tabellen zelf opstellen.
Het systeemadres geeft iedere unit in het DANBUSS systeem een unieke identiteit. Het systeemadres
bestaat uit het netwerkadres en het regelaaradres.
Voorbeeld:
1:2 hier is 1 het netwerkadres en 2 het regelaaradres.
2:115 hier is 2 het netwerkadres en 115 het regelaaradres.
Handleiding RS8DT210 © Danfoss 12/2010
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave