Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren; Inspectie; Transport; Plaatsing - Shott BP-35WS-B Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

N E D E R L A N D S

4. Installeren.

De warmtepomp moet worden geïnstalleerd en in bedrijf gesteld door gespecialiseerde technici
volgens de actuele nationale voorschriften.
Het installeren moet gebeuren na het evalueren van alle specifieke lokale omstandigheden:
aanwezigheid en hoogte van wanden, publieke toegankelijkheid, etc.

4.1. Inspectie.

Na ontvangst van de warmtepomp de toestand van de verpakking bekijken. De machine
moet geleverd zijn met complete handleidingen voor de gebruiker en het installeren.

4.2. Transport.

De eenheid is voorzien van geschikte beschermingen om de warmtepomp tegen schade
te beschermen tijdens transport. Voorkom het uitoefenen van druk op de zijkanten van de
verpakking.
Nadat de warmtepomp is uitgepakt moet het uitoefenen van druk op de behuizing,
platenwarmtewisselaar en beschermrooster van de ventilator worden voorkomen Zie
Figuur
1.

4.3. Plaatsing.

De warmtepomp moet worden geplaatst door gespecialiseerde technici volgens de
actuele nationale voorschriften.
De warmtepomp moet voorzichtig worden geplaatst, houd rekening met de volgende
aspecten:
• Afmetingen en plaats van waterpijpen.
• Locatie van de voedingspanning.

• Fundering en de locatie hiervan.

• Noodzakelijke vrije ruimte.
• Geluidsgolven en trillingen.
• Condensafvoer.
4.3.1. Fundering en de locatie hiervan.
De warmtepomp moet buiten worden geïnstalleerd. Hij mag niet binnen
worden geïnstalleerd en moet minimaal 3,5 [m] van het zwembadoppervlak
liggen (zone 2
Tijdens normaal gebruik produceert de platenwarmtewisselaar van de
warmtepomp condens. De hoeveelheid geproduceerd condens varieert met
de buitenluchtomstandigheden. Hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe hoger de
geproduceerde hoeveelheid condens zal zijn. De warmtepomp is voorzien van
een condensafvoer. Zorg dat er geen belemmeringen zijn bij het afvoeren van
het condens.
De warmtepomp moet zodanig worden geplaatst dat schade door water- of
condenslekkages wordt voorkomen. Indien nodig geschikte afvoerleidingen of
verzamelreservoirs installeren.
De warmtepomp moet worden geïnstalleerd op een stevige en vlakke fundering
(betonplaat of prefab-fundering). Vermijd het plaatsen van de warmtepomp op een
onstabiele ondergrond. In dat geval wordt het plaatsen van een voldoende
gedimensioneerde funderingsplaat aangeraden. Het funderingsoppervlak moet iets
worden gekanteld om ervoor te zorgen dat regenwater en condens goed worden
afgevoerd van de bodem van het apparaat.
De helling van het funderingsoppervlak mag maximaal 2% zijn.
Zorg dat de warmtepomp niet blootstaat aan regenwaterstromen van gebouwen in
de buurt. Uitstekende daken zonder goten kunnen zorgen voor een aanzienlijke
hoeveelheid water en/of vuil op de warmtepomp en deze beschadigen. Indien nodig
goten en afvoeren maken om de warmtepomp te beschermen.
16
Zie CEI 64-8/7 voor zwembadzoneclassificaties.
Bestandsnaam 7500027 - ISTR.UTENTE HEAT PUMP VERS. NL .doc]
16
).
Pagina 11 van 32
Rev. 6 van 12/4/2010

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bp-50ws-bBp-50hs-aBp-85hs-aBp-100hs-aBp-160hs-a

Inhoudsopgave