6.2.2 Het herstelvenster (gegevensherstel)
A
A
–
Activeer de tabbladen "Backup" (Back-up) (gegevens-
back-up),
"Schedule" (Planning) (tijdplanning) en "Setting" (Instel-
ling) (configuratie) door met de linkermuisknop op de
respectievelijke knop te klikken.
B
–
De bronmap voor gegevensherstel.
C
–
Vak dat de inhoud van de geselecteerde map weerge-
eft. Wanneer u de selectievakjes inschakelt, worden de
mappen toegevoegd aan de herstelplanning. Als u ze
uitschakelt worden deze mappen uitgesloten van hers-
telplanning.
D
–
Schakel de optie "Only restore modified files" (Alleen
gewijzigde bestanden herstellen) om alleen bestanden
te herstellen die ondertussen gewijzigd zijn.
E
–
Knoppen voor "Help" (?), "Minimize window" (Venster
minimaliseren) (_) en "Close window" (Venster sluiten) (X).
F
–
Selecteer "Restore to original path" (Herstellen naar
origineel pad) (de originele mapstructuur behouden) of
"Restore to user defined path" (Herstellen naar door de
gebruiker gedefinieerd pad) (een aangepast pad gebruiken).
B
C
"Restore"
(Herstel)
QUICKSTORE PORTABLE
D
(gegevensherstel),
E
F
G